Achtergrond

Dit is de werkelijke reden waarom het PvdA-partijbureau van de Amsterdamse Herengracht vertrekt

12-07-2016 18:50

Voorzitter Hans Spekman maakte het breaking news eigenhandig bekend via Facebook: “PvdA weg uit veel te duur pand op de Herengracht”.  Hij wil naar een ‘volkse buurt, zoals Bos en Lommer of de Baarsjes’.

Al bij zijn aantreden in december 2011 beloofde Spekman de poepsjieke Amsterdamse grachtengordel te zullen verlaten. Erg veel aanstalten leek hij niet te maken, maar nu, vijf jaar later, is het dan toch gelukt. “We betalen ongeveer 5,4 ton per jaar. Dat vond ik veel te veel geld. Het geld komt van de contributie van leden, en daar moeten we zuinig mee omgaan”, fleemde de kleinzoon van socialistische landarbeiders die uit eerbetoon aan zijn voorvaderen louter truien en kraagloze hemden draagt. Dat de huurpenningen voor de Herengracht slechts afkomstig zouden zijn uit de contributiegelden van de leden is trouwens allang niet meer zo, maar daarover later meer.

Eerst een stukje sociaal-democratische huisvestingsgeschiedenis

Tientallen jaren zetelde de PvdA in Tesselschadestraat 31, in een van de mooiste stadsvilla’s van Amsterdam, nog gebouwd door de beroemde architect Pierre Cuypers (Rijksmuseum en Centraal Station). Partijgenoten met een ruime beurs kunnen er binnenkort weer terecht. Vastgoedondernemer Klaas Hummel, ooit zakenpartner van de vermoorde Willem Endstra, ontwikkelt er op dit moment zeven peperdure appartementen.

De Tesselschadestraat werd te klein en in 1980 verhuisde de partij naar Nicolaas Witsenkade  31. Weliswaar in een iets minder deftig, pand, maar beslist geen scharrig onderkomen. Bovendien strategisch gelegen vlakbij de (toen nog) volkse Pijp.  Zestien jaar later, in 1996, werd het pand, dat eigendom was, voor ‘een paar miljoen gulden’ verkocht, om voor heel veel geld maar liefst twee panden aan de voorname Herengracht te gaan huren (54 en 105-107). Ook de Witsenkade 31 is daarna omgetoverd tot een peperduur appartementencomplex. De Vereniging van Eigenaren noemt zichzelf met gevoel voor historie De Roode Roos (let op de dubbele o!).

Van gemor onder de leden over deze luxueuze behuizingen was beslist geen sprake. Integendeel, de leden van het eerste uur waren apetrots op hun sjieke partijpanden die absoluut niet onderdeden voor die van de katholieken of de liberalen en die zij toch maar mooi met dubbeltjes en kwartjes bij elkaar hadden weten te sprokkelen. Ook de generaties PvdA-leden daarna hebben voor zover bekend nooit aanstoot genomen aan de kostbare huisvesting van hun partij.

Vanwaar die plotselinge behoefte aan een eenvoudig, meer arbeideristisch onderkomen?

Dat zit zo.

Overheidsinfuus

Tot de jaren zeventig waren politieke partijen voor de financiering van bijvoorbeeld hun partijkantoor afhankelijk van contributies en giften van hun achterban. Begin jaren zestig bereikte de PvdA het hoogste aantal leden uit haar geschiedenis ooit: ruim 140.000. Helaas ging het daarna rap bergafwaarts.

In de jaren zeventig schommelde het aantal leden rond de 100.00. Vanaf de jaren negentig daalde het verder naar 49.155 nu (2015). Gelukkig zakten bij andere traditionele partijen als VVD, CDA en D66 de ledenaantallen ook. Geen nood dus. Vanaf 1970 besloot men politieke partijen (Wilders heeft geen partij en krijgt dus geen geld) aan het overheidsinfuus te leggen. In 1970 kenden CDA, VVD, PvdA en D66 zichzelf voor het eerst een subsidie toe van samen 846.000 gulden. In 2001 was dat gestegen naar 14,5 miljoen gulden oftewel verhoogd met een factor 17. Inmiddels staat de subsidieteller voor politieke partijen op 16 miljoen euro.

Dat verklaart waarom de dure huisvesting, ondanks het enorme ledenverlies, geen probleem was. In de systematiek van de subsidieverdeling speelt het ledenaantal namelijk niet of nauwelijks een rol. Vooral het aantal Tweede Kamerzetels telt (ruim  50.000 euro per zetel). En vooral daar dreigt de pijn.

Subsidie en Kamerzetels

In 2002 maakte de PvdA al een keer mee dat het aantal Kamerzetels onder leiding van Ad Melkert nagenoeg werd gehalveerd van 45 (1998) naar 23 zetels (2002). Voor de partij scheelde dat aan gederfde subsidie minimaal 1,2 miljoen (23 maal €50.000). Gelukkig zorgde lijsttrekker Wouter Bos (the new kid on the block) nog geen jaar later voor 42 zetels (2003). In 2006 zakte de PvdA onder leiding van dezelfde Wouter Bos echter naar 33 zetels. In 2010 stond de PvdA er in de peilingen desastreus voor en werd de ergste schade beperkt door de populaire Job Cohen van stal te halen (30 zetels). Diederik Samsom herhaalde het new kid kunstje in 2012. Ondanks de dramatische voorspellingen (20 zetels) wist de PvdA bij de Kamerverkiezingen van 2012 toch weer 38 zetels te behalen.

Maar de rekenmeesters van de PvdA betwijfelen of die truc bij de komende Kamerverkiezingen in 2017 opnieuw gaat lukken, zelfs niet als Ahmed Aboutaleb de rol van verlosser speelt. Uit de begroting voor 2017 (PDF):  “Wij verwachten dat door de krimp van het personeelbestand waaronder de vrijwillige vertrekregeling, de opdracht uit 2013 zal worden bereikt om de begroting in 2017 te laten aansluiten op inkomsten die horen bij 25 zetels in de Tweede Kamer.”

Een verwacht verlies van 13 Kamerzetels is kortom de werkelijke achtergrond van het vertrek van de Herengracht.

Of het bij 13 zetels blijft (inkomstenverlies een klein miljoen euro) is natuurlijk de vraag. Bij 28 zetels verlies (de huidige peiling van 10 zetels) gaat het om zo’n 1,5 miljoen euro overheidssubsidie minder, 20 procent van de totale begroting. In dat geval zal Spekman meer uit de kast moeten halen dan een verhuizing naar de Baarsjes (waar de onroerend goed prijzen trouwens uit de pan vliegen en het ook al niet meer écht ‘volks’ is).

Vergeefs op bedeltocht naar Den Haag

Subsidieverhoging zit er niet meer in. Afgelopen mei zijn de penningmeesters van PvdA, CDA en VVD samen vergeefs op bedeltocht geweest naar Den Haag.  Hoe graag men de collega’s ook ter wille had willen zijn, zelfs de eigen ministers van PvdA en VVD durven daar, aan de vooravond van de verkiezingen, de vingers niet aan te branden. “Nog meer geld naar die zakkenvullers!”, we hóren het Wilders zeggen.