Opinie

De EU is enkel binnenkant, geen buitenkant

19-06-2016 13:05

De mensen zijn er niet voor de staat, maar de staat is er voor de mensen. Als nationalisme betekent dat de staat opkomt voor de belangen van haar burgers, dan kan ik me daar in vinden. Als nationalisme echter betekent dat mensen dienstbaar moeten zijn aan de staat, dan vind ik die opvatting totalitair. Zelfs als J.F. Kennedy bij zijn presidentsbenoeming in 1961 zegt: “ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country,” dan vind ik die uitspraak op zijn minst eenzijdig.

Enkel binnenkant, geen buitenkant

Een staat die primair dienstbaar is aan haar burgers, lijkt moeilijk te verenigen met het zogeheten ‘primaat van de buitenlandse politiek,’ zoals de Ierse Cambridge-historicus Brendan Simms dat verwoordt. Een staat bestaat immers niet om haar bestaansrecht tegenover andere staten te bevechten. In zo’n staat offeren burgers zich op voor de staat. Toch heeft Simms een punt, want een staat die niet bereid is haar bestaansrecht te bevechten, zal niet (blijven) bestaan. Vrijheid is geen vanzelfsprekendheid maar dient bevochten te worden. Dat zijn we in het naoorlogse westen vergeten.

Met het ijzeren gordijn als ondoordringbare, door het Warschaupact bewaakte oostgrens, en met een door de VS gedomineerde en gesubsidieerde NATO, hebben we meer dan een halve eeuw in een wolk van vrede en vrijheid geleefd. Onze ideologie heeft zich daaraan aangepast. Nu blijkt dat we als EU zelfs zijn vergeten onze buitengrenzen te verdedigen. De EU heeft in feite geen buitenkant. De EU is enkel binnenkant. Wellicht daarom dat iemand als Juncker alleen kan denken in termen van samenwerken en uitbreiden en niet in termen van grenzen stellen. Als Nederland tegen het associatieverdrag met de Oekraïne stemt, dan antwoord Juncker met afschaffing van de visumplicht voor Oekraïners. Juncker verinnerlijkt als het ware de Oekraïne om geen buitengrens te hoeven trekken.

Externe vijand voor eigen bestwil

Het primaat van de buitenlandse politiek behelst dat een gezonde samenwerking alleen tot stand komt door een gemeenschappelijke externe dreiging. Simms meent dat een gemeenschappelijke vijand nodig is om een nieuwe staatkundige eenheid te doen ontstaan.

Groot Brittannië bijvoorbeeld is ontstaan als coalitie tussen Engeland en Schotland om zich te beschermen tegen het Frankrijk van Zonnekoning Lodewijk XIV. Honderden jaren vijandschap tussen Engeland en Schotland werden bezworen, niet door een langdurig proces van toenadering, maar in één klap door op één mei 1707 de akte te tekenen waardoor Engeland en Schotland voortaan parlement, staatsschuld en leger delen. Een gezamenlijk parlement is nodig om eendrachtig naar buiten te kunnen treden en een gedeelde staatsschuld is nodig om een gezamenlijk leger te financieren.

De EU bestaat vanwege interne vijand

Ook de VS is tot eenheid gesmeed onder invloed van een externe dreiging. Toen dertien Noord-Amerikaanse kolonies waren afgescheiden van Engeland voelden deze zich bedreigd door machten die hen omringden. Naar het voorbeeld van Engeland en Schotland hebben ook zij toen gekozen voor radicale samenwerking onder één gezamenlijke president en één senaat. Al snel volgden één staatsschuld en één leger.

De vijand waaronder de EU tot stand is gekomen, is echter geen externe vijand maar een interne vijand, te weten Nazi-Duitsland, en een interne vijand, dat noem je een ziekte. Zo legde ik Simms voor tijdens diens Shuman Lecture 2016 te Maastricht. Zijn antwoord was dat Europa na de oorlog twee vijanden had. Duitsland was inderdaad een interne vijand. De USSR was evenwel een externe vijand. Probleem was echter dat bestrijding van de externe vijand via de NAVO verloopt, terwijl bestrijding van de interne vijand via de EU. De EU houdt zich dus maar heel beperkt bezig met de het primaat van de buitenlandse politiek. Dat is in handen van de NAVO, waarbij komt dat Europa bij de bestrijding van de externe vijand sterk leunt op de VS.

Hoe heilzaam is rampspoed?

Simms noemt het een ‘gradualistisch misverstand’ dat de samenwerking binnen Europa stap voor stap, steen voor steen, beetje bij beetje opgebouwd kan worden. Net als bij Groot-Brittannië en de VS zou onder de hitte van grote economische en politieke gevaren in korte tijd een nieuwe Europese identiteit gesmeed moeten worden. Zonder het hardop te zeggen, hoopt Simms op een conflict met het Rusland van Poetin, op islamitische terreuraanslagen of op een onbeheersbare vluchtelingenstroom. Rampspoed dus als uitweg.

Persoonlijk ben ik te vredelievend en te zeer op mijn rust gesteld om naar rampspoed uit te zien. Bovendien vraag ik ook af of een dergelijke rampspoed in Europa nog wel het gewenste effect zal hebben. Staten zijn immers niet in de gelegenheid om bij rampspoed vrijelijk de dan gewenste samenwerking te kiezen. Ze zijn immers al aan een veelheid aan verdragen gebonden. Europa heeft al gekozen en is op verkeerde leest geschoeid. Na de oorlog had het misschien gekund, maar nu niet meer.

Wél zie ik dat opvattingen vloeibaar worden naarmate de nood groter wordt. Daarbij doet zich de trend voor: hoe groter de nood, hoe groter het electoraat van nationalistische partijen. De ironie van de geschiedenis zou wel eens kunnen worden, dat zogeheten anti-Europese politici Europa gaan redden met beter op maat gesneden en doelmatigere samenwerkingsverbanden.