Nederland heeft te maken met serieus acceptatieprobleem van niet-blanke burgers

03-06-2016 13:46

“Met het verdwijnen van stilzwijgend racisme gaat een oer-Hollandse traditie verloren”, zo kopte op 25 mei de satirische website De Speld. Inderdaad: wat vroeger niet, of hooguit met de hand voor de mond aan de borreltafel, werd uitgesproken maar slechts werd gedacht lijkt inmiddels in sommige kringen salonfähig, en nauwelijks meer sociale repercussies te hebben.

In de NRC van 25 mei poseert Donny Bonsink, een knulletje van 23 dat nog amper droog achter de oren is, openlijk en trots met zijn PVV-fan-facebookpagina waarop hij stelt dat de zwarte activiste Sylvana Simons vanwege haar kritiek op Zwarte Piet het land uit moet. De ironie dat hij zo zelf het grondbeginsel van de vrijheid van meningsuiting, die de PVV als blijk van de Nederlandse culturele superioriteit tegenover ‘de islam’ opvat, als eerste schendt zal hem ongetwijfeld ontgaan. Vrijheid van meningsuiting is er volgens hem duidelijk alleen voor mensen die het met hem eens zijn. Inderdaad, dat vinden Erdogan en Assad ook.

‘Sommige columnisten presteren het zelfs opmerkingen van slachtoffers van dergelijk etnisch profileren als  gezeur van ‘klaagnegers’ af te doen’

Schlechtmenschen

De laatste dagen is zo opnieuw weer duidelijk geworden dat een aanzienlijk aantal blanke Nederlanders moeite heeft met het feit dat niet-blanke landgenoten inmiddels hun plaats in de samenleving opeisen. Het feit dat Simons vanwege haar besluit voor DENK in de politiek te gaan, naast enige terechte kritiek op haar stilzwijgende ontkenning van de Armeense genocide, vooral een hoop racistische bagger van rechtse Schlechtmenschen over zich heen heeft gehad spreekt boekdelen. Al enige maanden eerder trof dat lot een zwarte voetbalspeler van het Nederlands elftal vanwege een selfie.

Dat de anonieme sociale media daarbij in de praktijk vaak vooral de emancipatie van het riool betekenen, waar krantenredacties nog door schifting tussen fatsoenlijke en onfatsoenlijke reacties een zeker discussieniveau konden garanderen, is evident.

Het is ooit begonnen met het voetbal, waar het door een stelselmatig wegkijken van de KNVB eindeloos kon voortetteren, en vervolgens heeft dit hooliganisme zich over de rest van de samenleving verspreid. De beoefenaars van het grove schelden beschouwen dit als een grote verworvenheid, onder verwijzing naar Fortuyns uitspraak ‘ik zeg wat ik denk’. Dat dit vergt dat men dan ook inderdaad denken kan wordt daarbij over het hoofd gezien.

Sluipende discriminatie

Naast het openlijke vulgaire racisme bestaat er ook de sluipende discriminatie, voortvloeiend uit angst en onwetendheid, mede op de arbeidsmarkt, waar de algemeen-menselijke neiging dat soort soort kiest al van nature sterk is. Dat sollicitanten met exotisch klinkende achternamen reeds vanwege die achternaam alleen minder kansen op een baan hebben is al herhaaldelijk aangetoond. En in de openbare ruimte wordt in het tijdperk van de terrorisme-angst liever het zekere voor het onzekere genomen, wat dan tot etnisch profileren leidt.

Zo is er de aanhouding van de rapper Typhoon door de politie vanwege het rijden van een soort auto die door de dienstdoende agenten kennelijk voor een niet-blanke als ongepast en dus verdacht werd beschouwd. Omdat Typhoon een bekend gezicht heeft, liet men hem snel, vergezeld van excuses, weer gaan. Anderen kost zoiets aanzienlijk meer oponthoud.

‘Klaagnegers’

Begin deze maand berichtte De Volkskrant over een mediterraan uitziende Amerikaanse hoogleraar die door de FBI vanwege verdacht gedrag – bestaande uit onbegrijpelijke wiskundige krabbels op papier – uit een vliegtuig werd gehaald. Ook dat behoort tot het soort ervaringen dat veel niet-blanke Nederlanders regelmatig overkomt en waarvan veel blanke Nederlanders geen flauwe notie hebben zodat zij zich er geen voorstelling van kunnen maken wat het betekent er steeds weer speciaal uitgepikt te worden. Sommige columnisten presteren het zelfs opmerkingen van de slachtoffers van dergelijk etnisch profileren als het gezeur van ‘klaagnegers’ af te doen.

‘Islamkritiek heeft niets met racisme te doen al kleeft er door etnische veralgemenisering vaak wel een raciaal tintje aan’

Nu zijn racisme en xenofobie zeker geen white privilege. In elke samenleving die met migranten met een andere etnische achtergrond wordt geconfronteerd komt het voor, zeker als de bevolking zich sociaal-economisch of sociaal-cultureel bedreigd voelt. In China kan men er ook wat van terwijl omgekeerd in Indonesië veel volkswoede zich specifiek op de Chinezen richt. Over het in sommige nationalistische Turkse kringen levende idee dat de Turken een uitverkoren ras zijn vallen boeken vol te schrijven. In veel Arabische landen worden zwarte Afrikanen standaard als tweederangs mensen behandeld – dat blijkt nu ook bij Syrische vluchtelingen, waarvan sommigen weigeren de slaapzaal met Eritreërs te delen. En veel Surinaamse Nederlanders kijken op Antillianen neer.

Verkapte racisten

Dat laat allemaal onverlet dat wij in Nederland te maken hebben met een serieus acceptatieprobleem van niet-blanke ingezeten, waarvan sommigen inmiddels al ettelijke generaties hier wonen. Kan men in het geval van islamitische fundamentalisten soms nog van een gebrekkige integratie-bereidheid spreken – islamkritiek heeft als zodanig niets met racisme te doen al kleeft er door etnische veralgemenisering vaak wel een raciaal tintje aan – voor Surinaamse Nederlanders is dat hele moreel-culturele discours van aanpassing aan onze waarden irrelevant.

Wie hen desondanks een volwaardige stem in het debat blijft ontzeggen, omdat zij kritiek hebben op sommige atavistische gebruiken in dit land, moet zichzelf de vraag stellen na hoeveel tijd zij dan wél mee mogen doen en als gelijkberechtigde Nederlanders mogen gelden. De houding van de Bonsinks suggereert: eigenlijk nooit – een ‘echte’ Nederlander is voor hen dus altijd blank. Dat uitgangspunt staat haaks op de in de grondwet vastgelegde kernwaarden van Nederland waarvoor zij stellen op te komen, en maakt hen dan inderdaad tot verkapte racisten.