Een stukje 4 mei-vrijheidsherdenkingsproza voor fatsoenstheologen

04-05-2016 20:00

Vandaag herdenken wij de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog. Wij herdenken de mannen en vrouwen die hun leven gegeven hebben om de vrijheden zeker te stellen waarvan wij nog altijd de vruchten plukken. Op 5 mei vieren wij die vrijheid. Een vrijheid die onder meer inhoudt dat je je mening kan uiten, onwelgevallig of niet, zonder dat je die wordt ontnomen door een of ander totalitair stuk ongeluk.

De drammer mag drammen tot hij een ons weegt, de islamcriticus mag islamkritiek leveren tot hij erbij neervalt (wat helaas al te vaak gebeurt- dat neervallen dan), de anti-Zwarte Piet malloten mogen zich een kramp in de vingers pamfletteren, alles mag, zolang niet opgeroepen wordt tot geweld. Deze rechten zijn niet vanzelfsprekend, maar wel gegarandeerd. Elke roep tot een verdere begrenzing van die vrijheid is totalitair en dient als zodanig te worden bestreden, ook wanneer die begrenzing plaatsvindt onder het mom van ‘haatzaaien’ of andere eufemismen uit de grabbelton van de vrijheidsinperking.

Kwetsrolodex

De kwetsrolodex draait overuren in Nederland, maar geen haar op mijn hoofd die wie dan ook de mond zou willen snoeren omdat ik mij toevallig mateloos erger aan het eindeloze beroep op fatsoen. Allemaal prima hoor. Zolang mijn vrijheid om te beledigen niet wordt ingeperkt. De schoen gaat pas wringen wanneer mij dit recht wordt ontzegd op grond van de kwetsuur. Een open zenuw is geen argument tegen de naald, maar tegen de zenuw. Het feit dat ik me erger aan wat dan ook, inclusief het onafgebroken gedram, doet volstrekt niet ter zake, net zo min als iemands ergernis over mijn ergernis. Je kunt leven met vrijheid of je kunt het niet.

En daar hebben we direct het naarste trekje van de fatsoenstheologen te pakken, namelijk de uitgesproken wens om onder het mom van ‘discriminatie’, ‘islamofobie’ (en wat al niet meer moet doorgaan voor argumentatie) ideologische tegenstanders te muilkorven, en dat alles op voorspraak van de drol onder de rechten, namelijk het recht om niet beledigd te worden, wat natuurlijk geen recht is maar een dram.

Drammen en kwetsuren

Hen staat een uitgebreid register van kwetsuren ter beschikking, die zij in alle vrijheid in stelling kunnen brengen, zoals het weeïge gezaag van Sylvana Simons met haar ‘Je gaat niet in op hoe IK mij voel’, of (ook leuk): ‘Omdat je mag zeggen wat je denkt, betekent niet dat je ook moet zeggen wat je denkt’ en andere plat op het gezicht vallende non-argumenten, waarbij (hyper)gevoeligheden niet op conto worden geschreven van de hooggevoelige in kwestie, maar zonder blikken of blozen in jouw schoenen worden geschoven.

Sinds Fortuyn zijn deze voorwendselen even vertrouwd als het Wilhelmus, zoals het oplaadbare Peter R. de Vries-verongelijktheidsbatterijtje waarmee de voormalige crimefighter de Gekwetsten Aller Landen terzijde staat in hun verbolgenheid, dat wil zeggen totdat een columnist wordt opgepakt of zelfs vermoord- dán blijven ‘s-mans kaken stijf op elkaar en haalt hij zijn schouders op, zoals een verontrustend aantal mensen hun schouders ophaalden toen Theo van Gogh op straat werd afgeslacht.

Fascistoïde grafadem

Voor al zijn donquichotterie heeft de best betaalde kletskous van Nederland waarschijnlijk niet door dat elke keer wanneer hij namens deze of gene etnische groep de beschermde pose aanneemt hij effectief een stap terug zet in het integratieproces van diegenen die hij denkt tegen het gemene onfatsoen in bescherming te nemen. Erger nog: hij is bereid voorrang te verlenen
aan het discriminatie-artikel ten koste van de vrijheid van meningsuiting.

En als de dramtrein nu alleen stopte bij de haltes Sylvana Symons en Peter R. de Vries dan was het leed nog te overzien. Maar nee, de verderfelijke invloed van deze fatsoensterreur is hoorbaar uit vele monden, de fascistoïde grafadem daarbij inbegrepen. Zij bewijst een dienst aan een vorm van hedendaags totalitarisme dat naar haar aard lak heeft aan verworven vrijheden.