Opinie

Closeread: het ‘populaire’ vrijheid van meningsuiting-haatstuk van Chris Klomp

29-04-2016 13:14

 

Bron: Reporters Online via Blendle.

 

“Het is buitengewoon gemakkelijk om te zeggen dat je alles maar moet kunnen zeggen.”

Iets zeggen is altijd makkelijk, gelukkig dus maar dat er vrijheid van meningsuiting bestaat, dat houdt het ook allemaal makkelijk.

 

“Het is alleen niet waar.”

Wedden van wel? Kunnen zeggen kan altijd. Ik kan nu hier opschrijven wat ik wil, er is helemaal niemand die dat kan voorkomen. Letterlijk alles kan ik nu publiceren, zonder uitzonderingen. Wellicht dat een rechter achteraf vindt dat het niet gepubliceerd mocht worden maar er is dus nooit rechter in de buurt wanneer we een mening uiten. Gelukkig maar.

 

“Wat als ik zeg dat Ebru jonge jongetjes misbruikt? Of dieren? Wellicht een geit hier en daar. Op een kinderboerderij. Samen met die jongetjes. Zwaaiend met een hakenkruis? Is dat mijn vrijheid? Of misbruik ik dan mijn vrijheid om een ander te beschadigen?”

Geen idee. Maar als iemand er aangifte tegen doet, of er een civiele zaak van maakt, kan inderdaad blijken dat het geen vrijheid meer was maar het overtreden van de wet. Het probleem is alleen dat niemand van te voren kan bepalen wanneer die wet wordt overtreden: smaad en laster kan alleen per keer worden beoordeeld door een onafhankelijke arbiter, de rechter dus. Van te voren vastleggen wat wel of niet ‘misbruik van vrijheid’ is, betekent ook het einde van die vrijheid, omdat dan een aangewezen persoon vooraf moet bepalen of er sprake is van misbruik. Maar hoe weten we dan dat die aangewezen persoon wél de juiste regels hanteert?

 

“Tegenover een zinnige vrijheid van meningsuiting staat de plicht om met steekhoudende argumenten het debat te voeren.”

NEEN! Absoluut niet! Er is geen enkele ‘plicht’ om ‘met steekhoudende argumenten het debat te voeren’! NOOIT!

TIP: Laat je nooit, maar dan ook echt nooit, door iemand tot iets verplichten wat het ‘debat’ of de vrijheid van meningsuiting betreft! De rechter is de enige die je tot iets kan verplichten. Maar wel pas nadat je je hebt gemengd in het debat!

Als dat zo zou zijn, dan stond dat wel in de wet. Maar dat staat het niet, om de doodeenvoudige reden dat we mensen niet kunnen dwingen ‘argumenten’ te gebruiken. Ook dan zouden we wederom constant een scheidsrechter nodig hebben om te controleren of ‘de juiste steekhoudende argumenten’ worden gebruikt, met wederom de vraag: wie bepaalt dan wat ‘steekhoudend’ is?

Wel kun je met elkaar afspreken hoe je een debat gaat voeren. In de Tweede Kamer bijvoorbeeld zijn daarvoor regels, die door de voorzitter worden gehanteerd. Maar dat is een afspraak tussen de debaters onderling. Als ik een debat wil voeren tegen een willekeurig iemand op straat kan ik letterlijk alles zeggen wat ik wil. Ik loop dan wel het risico dat ik die ander beledig en dat die ander niet naar mijn ‘debat’ wil luisteren.

Vinden, spreken, denken, uiten, schrijven…het staat allemaal vrij van plichten. Iedereen die denkt dat er speciale verplichtingen bestaan die je dan aangaat is een vijand van de vrijheid en vooral de vijand van zichzelf.

TIP: zodra iemand tegen je begint dat er ook ‘verplichtingen’ (of nog erger: ‘verantwoordelijkheden’) zijn bij de vrijheid van meningsuiting, ren dan zo hard mogelijk weg, steek je vingers in je oren terwijl je hard ‘LALALALALA’ zingt en kijk niet meer om!

 

“Mocht een ander je kritiek dan niet aanstaan, dan heb je alle recht om te klagen. Dan mag je de vlag van de vrijheid van meningsuiting met recht en rede in top hijsen.”

NEEN! Absoluut niet! Er is geen enkel ‘recht’ of ‘rede’ nodig om de vlag van vrijheid van meningsuiting in top te hijsen!

TIP: je hebt altijd het recht om de vlag van vrijheid van meningsuiting te eisen, en als jij vindt dat daar rede voor is dan is dat voldoende reden.

Nogmaals: je hoeft vooraf NOOIT aan verlichtingen te voldoen. De enige verplichting is de wet, die kan je achteraf vertellen dat je plichten hebt verzaakt en je daarvoor straffen. Dus niet vooraf. N-O-O-I-T.

 

“Maar als je het doet [kwetsende dingen Twitteren zoals Ebru Umar doet tegen Erdogan], dan loop je het risico dat anderen daar anders over denken. Dat kun je niet leuk vinden. Maar dat is hoe een rechtsstaat werkt.”

Dat klopt. Daar was, en is, Ebru zich dan ook zeer van bewust. Ze eist dan ook niet dat Erdogan hetzelfde vindt als zij, ze eist alleen dat ze het mag Twitteren zonder consequenties zoals bemoeienis van de Turkse staat met haar mening.

 

“Mijn punt is dat we anno 2016 nog steeds denken dat de vrijheid van meningsuiting absoluut en onvoorwaardelijk is. En dat is niet zo.”

Klopt ook als een bus. Maar dat betekent niet dat mensen zich daar ook altijd aan houden. Dat je niet door een rood stoplicht mag rijden betekent niet dat je het daar mee eens moet zijn of dat ook nooit zult doen. Het risico is vervolging, of een ongeval, maar je kunt principieel vinden dat rode stoplichten niet voor jou gelden en bereid zijn daarvan de consequenties te accepteren.

Bij vrijheid van meningsuiting geldt dat net zo: je kunt vinden dat die absoluut is, en altijd moet zijn, waardoor je bijvoorbeeld bereid bent te accepteren dat iemand je voor de rechter sleept. Of erger. De mensen die zijn gestorven voor hun vrijheid van meningsuiting waren zich welbewust van de risico’s, ze vonden alleen dat zij het recht hadden die vrijheid naar eigen goeddunken te gebruiken. En aangezien ze, ongeacht hun opvatting over de vrijheid van meningsuiting, het recht hebben op bescherming tegen geweld hadden, en hebben, ze daar volkomen gelijk in.

 

“Ironisch gezien zit er iets van hypocrisie in het gedrag van sommige mensen die Umar zo hard in deze kwestie verdedigen. Het zijn namelijk soms exact dezelfde mensen die nog steeds beweren dat de kogels die een einde maakten aan het leven van politicus Pim Fortuyn van links kwamen.”

Wat is daar ironisch aan? Het is niet zo heel raar te vinden dat de kogels van links kwamen: Volkert van der Graaf was (en is) een extreem-linkse activist. Is het optellen van 1 + 1 echt zo’n probleem? Sowieso, hoe kan het verdedigen van een columnist tegen arrestatie van een mening überhaupt ironisch zijn?

 

“Omdat linkse politici de provocerende ramkoers van Fortuyn in felle bewoordingen aanvielen, werd een linkse moordenaar geboren. Ineens waren woorden een oneigenlijk doel geworden om in de politieke arena te strijden. De vrijheid van linkse politici was ondergeschikt geworden. Opeens kwam blijkbaar het besef dat je toch niet alles kon zeggen zonder consequenties. Sterker: er was zomaar een koppeling tussen woorden en de verantwoordelijkheid voor de dood van een ander.”

De vrijheid van linkse politici is nooit ondergeschikt geweest en de vrijheid van meningsuiting van linkse politici is ook nooit in het geding geweest. Niemand heeft ooit de vrijheid van linkse politici willen bestrijden, althans, niet de overheid, de enige die effectief meningen kan bestrijden. Wel werd die politici gevraagd of ze zich realiseerden dat hun woorden, door de positie waarin ze zich bevonden, wellicht een bepaalde invloed konden hebben op hun kiezers, vooral de kiezers die liever niet met woorden strijden maar bereid zijn een wapen te trekken. En door te suggereren dat een politicus de nieuwe Hitler is geef je sommige mensen wellicht het idee dat ze een held kunnen worden door die nieuwe Hitler uit te schakelen.

Wat niet betekent dat de vrijheid van meningsuiting dus moet worden ingeperkt. Het is in een discussie of debat heel gebruikelijk om vragen te stellen over wat er wordt gezegd of op welke manier dat gebeurt. Het is alleen geen plicht je daar dan ook aan te houden. Nogmaals: er zijn geen plichten in het debat.

Wederom gaat het om voor lief te nemen consequenties: noem als politicus je opponent de nieuwe Hitler en het risico bestaat dat iemand hem omlegt. Als dat vervolgens gebeurt zouden mensen wel eens kunnen gaan vinden dat je daar medeverantwoordelijk voor bent. Je zou dat zelf ook kunnen gaan vinden trouwens. Een risico dat je wel of niet kunt nemen, er is geen overheid die zich daarmee zou willen bemoeien.

Hetzelfde gold voor Theo van Gogh en geldt voor Ebru Umar: ze wisten en weten de risico’s. Ze zeiden en zeggen dat ze liever nog die risico’s nemen dan dat ze zich de mond laten snoeren, net zoals de tekenaars van Charlie Hebdo doorgingen met de islam bekritiseren tot het hun dood werd omdat ze liever rechtop staand wilden sterven dan op hun knieën voor de islam.

 

“Ik vind dat je heel erg veel moet kunnen zeggen in het debat. Dat recht heeft een ieder. Maar mag een ieder dan ook de plicht op zich nemen om het debat met steekhoudende en beschaafde argumenten te voeren?”

NEEN! NEEN! NEEN!

Ten eerste: jij hebt helemaal niemand iets te verplichten. Nooit. Okee, je eigen kinderen, als je die hebt, maar dat is dan ook wel het enige.

TIP: ALLEEN DE RECHTER KAN JE TOT IETS VERPLICHTEN! LAAT JE NOOIT DOOR IEMAND ANDERS IETS VERPLICHTEN TE DOEN WAT JE NIET WILT! NOOIT!

Ten tweede: de vrijheid van meningsuiting is een heel stuk breder dan ‘het debat’. Satire, ironie, kunst of, noem eens wat geks, provocerend totaaltheater valt onder exact dezelfde vrijheid van meningsuiting maar is geen ‘debat’, wel een persoonlijke en subjectieve uiting.

Ten derde: als we verplicht zijn om ‘het debat’ met ‘steekhoudende’ en ‘beschaafde’ argumenten te voeren, wie bepaalt dan wat ‘beschaafd’ en ‘steekhoudend’ is? Jij? Ik? De overheid? Een aangestelde commissie? Het volk per referendum? Een heilig religieus boek?

Dat wordt nogal een probleem.Wat voor de één onbeschaafd is, is voor de ander beschaafd, dat zien we al aan de reacties op Erdogan-gate. Voor de Hollander is een staatshoofd beledigen lollige satire, voor de Ottomaan is het zeer onbeschaafd.

Over wat ‘steekhoudende argumenten’ zijn kunnen we niet eens beginnen te discussiëren: voor complete groepen in de samenleving is ‘solidariteit’ een steekhoudend argument om een debat te mogen winnen, voor complete hele andere groepen is geen enkel argument ooit voldoende om af te zien van hun religieuze wereldopvatting. Wie heeft er gelijk? Hoe bepaal je het meest steekhoudende argument? Is daar een meetlat voor? Wie meet er dan?

TIP: Verplichtingen in het debat horen thuis in dictaturen. Verplichtingen in het debat komen per definitie voort uit moralisme. Verplichtingen worden door iemand bepaald, en door die bepaling worden anderen gedwongen net zo te denken als die iemand die deze verplichting bepaalt. Moralisme is altijd strijdig met vrijheid.

In dit geval dus Chris Klomp die erg graag zou zien dat anderen hem niet meer beledigen, bepaalde zaken niet meer zeggen omdat het misschien wel kwetsend is voor anderen en dat mensen zich ‘beschaafd’ gedragen, wat per definitie inhoudt dat sommige vormen van uiting niet meer kunnen omdat ze niet passen bij zijn opvatting van wat beschaafd is.

Veel erger: in dit geval is het Chris Klomp die vooraf wil bepalen dat er ‘steekhoudende argumenten’ worden gebruikt, en er kan dan maar één persoon bepalen wat ‘steekhoudende argumenten’ zijn: Chris Klomp zelf. Wel zo makkelijk, ‘debat’ altijd gewonnen, want iedereen die iets zegt waar hij het niet mee eens is, voldoet niet aan zijn ‘verplichting’. Een tactiek die extreem-links ook telkens toepast: alles wat niet hun mening is noemen ze ‘onbeschaafd’, ‘haatzaaien’ en ‘verdient geen podium’. So much voor het ‘debat’.

TIP: Trek dit alles eens door naar een overheid die ‘verplichtingen’ oplegt: zou dat een open, vrije samenleving zijn waar iedereen zich veilig en vrij voelt zich te uiten zoals hij dat wil, in het openbaar zijn gedachten uit te spreken, te schijven wat hij wil, te creëren wat hij wil? Zou dat een samenleving opleveren waar jij zou willen wonen?

Geheel vrij van ‘beschaving’ en ‘steekhoudende argumenten’ zeg ik dit: iedereen die oprecht denkt dat er bepaalde plichten zijn in ‘het debat’ of binnen de vrijheid van meningsuiting is een geestelijk dode zombie die zich eigenlijk al gevangen heeft gezet in de beklemmende wereldopvatting van heel beperkt denkende moralisten. Iedereen die denkt dat er plichten gelden bij het uiten van een mening leeft eigenlijk al in zijn eigen persoonlijke dictatuur en censureert zijn eigen vrijheid.

Succes met aangifte doen.