Reportage

#Bruslog: Europarlementariërs blinken niet uit in originaliteit en dat is niet vreemd

29-04-2016 10:19

Bij de mini-plenary van het Europees Parlement in Brussel is het Europese spoorvervoer een belangrijk thema. Volgens de persagenda die het Nederlands bureau van het Europees Parlement wekelijks verstrekt is het een erg belangrijke stemming. Het gaat over “een deel van de nieuwe Europese wetgeving voor de spoorwegen. Het betreft de onderdelen over de aspecten van veiligheid en interoperabiliteit, en de bevoegdheden van het Europees agentschap voor de spoorwegen.”

Het meeste werk van het Europees Parlement vindt – net als van de andere EU-instellingen – achter gesloten deuren plaats. Deze week was het dan eindelijk zover en kon het Europees Parlement in het openbaar over de interoperabiliteit van het railvervoer debatteren. Europarlementariërs zijn de enige EU-functionarissen die direct gekozen zijn en dus aan hen de zware taak hier een interessant debat over te voeren en de kiezer te laten zien wat zij voor de burger doen. Het liefst dat alles op een aansprekende manier die de interesse van burgers in de EU aanwakkert.

Debat is een rij van stemverklaringen

Dat valt niet mee. Debatten in het Europees Parlement bestaan eigenlijk niet. Er is een spreekvolgorde van de Europese partijen en iedereen krijgt heel kort de tijd een statement te maken. In dit debat is dat een minuut per persoon en in twee gevallen anderhalve minuut. Men mag wel vragen aan elkaar stellen maar niemand doet dit. Zo verwordt dit debat tot een lange rij van stemverklaringen. Twee keer is er een ronde van alle partijen waarbij elke partij door verschillende Europarlementariërs wordt vertegenwoordigd.

Dat suggereert dat de bijdragen in de tweede ronde zijn afgestemd op de eerste, maar dat is niet juist. Iedereen leest hier van een blaadje, en dat moet ook wel, want de voorzitter hamert de sprekers af na één minuut en zes seconden. De bijdragen lijken eerder individueel dan namens de Europese fractie, wat ook in de hand wordt gewerkt omdat na twee rondes met alle partijen nog wat losse Europarlementariërs aan bod komen. Een van de sociaal-democraten, een van de conservatieven en vier christen-democraten.

Wim van de Camp vertelt hetzelfde als de rest

De enige verklaring is dat juist nu het thuispubliek kan worden aangesproken. Zo is de enige Nederlander in dit debat CDA’er Wim van de Camp, die aan het einde even spreekt. Op dat moment is het debat al ruim een half uur bezig en zijn meer dan vijftien Europarlementariërs aan het woord geweest. De bijdragen laten zich eenvoudig samenvatten: de voorstellen over het de interoperabiliteit van het railvervoer zijn gewoon heel erg goed. Alleen een mevrouw van de Britse UKIP vraagt zich af waarom Groot-Brittannië mee moet doen aan grensoverschrijdend railvervoer.

Van de Camps bijdrage laat precies zien waarom iedereen debatten in het Europees Parlement een ideaal slaapmutsje vindt. Hij voegt niets toe: hij dankt alle betrokkenen, vindt het dossier heel belangrijk en vindt dat het “politieke profiel” van het dossier te laag is. Er zitten te weinig mensen in de zaal. Het pakket is erg belangrijk voor de spoorindustrie want de veiligheid en concurrentiekracht nemen toe – zelfs ten opzichte van de VS! – en grensoverschrijdend vervoer per trein wordt gemakkelijker. “Dank u zeer!”, sluit Van de Camp af.

Europees Parlement legt zich erbij neer

Dezelfde middag komen er nog wat persberichten binnen die ook laten zien dat het Europees Parlement dolgelukkig is met de nieuwe maatregelen. Het probleem laat zich raden: er is in het Europees Parlement weinig inhoudelijke onenigheid en als er meningsverschillen zijn, zijn die er alleen met fracties uit de marge die weinig echte invloed hebben. Die van de PVV bijvoorbeeld. Zelfs als de meningsverschillen wel diepgaand zijn, worden ze gladgestreken voor het plenaire debat.

Zo zien Europarlementariërs zich gesteld voor een onmogelijke taak: het aantrekkelijk maken van een debat wat sowieso niet interessant is. De enige manier is te oefenen met politiek theater, opvallende acties uit te halen of iets origineels te zeggen. Hier in Brussel is het thuispubliek echter zo ver weg dat niemand op dat idee komt. Hier heeft iedereen zich vereenzelvigd met het idee dat het Europees Parlement burgers nooit zal aanspreken, dat een consensussysteem het enige mogelijke is en dat deze debatten het nieuws toch nooit zullen halen.

Dat eurofiele partijen zo denken is logisch, maar het is opvallend dat dit ook voor al die individuele Europarlementariërs geldt die ooit herkozen moeten worden. Zo krijgen ze nooit enig profiel.

Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land. Chris is momenteel op zoek naar Nederlanders in Brussel.