Over amateurvoetbal en lastige Marokkaantjes: snorgate in Dramville

15-04-2016 17:10

Daar was hij dan ineens, Johan Derksen (bijgenaamd De Snor). Over amateurvoetbal en lastige Marokkaantjes. God weet wat Johan die avond geslikt had geslikt, maar hij had het zich op een zeker ogenblik in het hoofd gehaald man en paard te noemen. Het voor iedereen behalve de goegemeente evidente marokkanenprobleem kwam aan bod- een probleem waarmee overigens niet alleen het vaderlandse amateurvoetbal te kampen heeft. En hoewel Derksen geen onvertogen woord sprak over de islam, of moslims wat dat aangaat (‘cultuurverschillen’, noemde hij het eufemistisch) kwam het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders voor de gelegenheid uit bed om het Voetbal Inside-boegbeeld de lukrake beschuldiging van vreemdelingenhaat in de schoenen te schuiven.

‘En zo geschiede het dat de weldadige Wajong-wonderbron overstroomde van een partij drek’

Fopactivistische beroepsdrammers

Begrippen als ‘stigmatiseren’, ‘polariseren’ om maar te zwijgen van ‘wij-zij denken’ en ‘xenofoob’ vlogen vrolijk door de lucht, hetgeen niet ongebruikelijk is als je het zachtste zuchtje kritiek over de lamsvacht van de religie van de vrede blaast, al repte Derksen met geen woord over de islam. Natuurlijk werd ook nu weer de term ‘islamofobie’ erbij gesleept, een volstrekt non-woord at niettemin voor op de tong ligt bij fopactivistische beroepsdrammers, hoewel het gelukkig nog niet wordt herkend door de spellingscontrole want een, nu ja, non-woord (hoewel ik niet uitsluit dat het predicaat ‘legitiem’ erop zal worden gestempeld bij de eerstvolgende Windows-update).

En zo geschiede het dat de weldadige Wajong-wonderbron overstroomde van een partij drek, mensen, daar word je niet goed van. De talloze dramcollectieven van rechtschapenheid, doorgaans pas actief wanneer het subsidie-ijswagentje langsrijdt, gingen van modus van-de-wap via red-bulletje-drinken rechtstreeks naar standje witheet. Er viel kortom weer wat te drammen.

Verstandelijk uitgedaagde boegbeelden Sylvana Simons en Francisco van Jole

Het Landelijk Samenwerkingsverband Anti-Eliteracisten struikelde over het Nationale Platform Anti-Zwarte Piet-activisten tegen Islamofobie; de voorgedrukte aangifteformulieren van de Werkgroep voor Doorlopende Herstelbetalingen raakte verstrengeld met die van het Interregionaal Samenwerkingsverband Buurtregisseurs tegen Stigmatiseren, de hele troep vertegenwoordigd door verstandelijk uitgedaagde boegbeelden als Sylvana Simons en Francisco van Jole.

En als je denkt dat de knetterende darmruften van het zelfverklaard anti-racismefront stinken, klem dan maar een extra wasknijper op je neus zodra de islam ter sprake komt. Het bevreemdende ‘islamofobie’ mag zich nu genoeglijk voegen bij die andere leden van de dooddoener-begrippenfamilie waarmee het zogenoemde antiracisme-kamp probeert haar tegenstanders de mond te snoeren. Zelfs het onbedoeld komische ‘eliteracist’ komt wel eens voorbij (gek genoeg wél herkend door de spellingscontrole) evenals het makkelijk in stelling te brengen verwijt van ‘bijdragen aan de verdeeldheid in de samenleving’. Boehoe. En niemand die het aandurft om een schepnet door dit bassin van begripsverwarring te halen, want stel je voor dat er islamitisch verontwaardiging komt bovendrijven.

Bellenblazers der Belgische natie

Hij die wegkijken als zodanig benoemt en desondanks blijft wegkijken, is een kind. En met kinderen, hoe schattig ook, win je de oorlog niet. Maar zelfs bij het doorgewinterde goedvolk dat zich doorgaans bij elke gelegenheid de ballenbak in laat rommelen (kijk wat leuk, kleurtjes!) begint zich een zeker ongemak af te tekenen waar ze eerst nog sprokkelhout verzamelde om het vuur van verontwaardiging brandende te houden.

‘De Molenbeekse gemeente bleek te functioneren als rubberen tegelvloer rondom de glijbaan van internationaal terrorisme’

We hoeven niet eens zo ver terug in de tijd om menig geharde wegkijker te zien kantelen op de hakken toen het zelfs tot de Bellenblazers der Belgische Natie begon door te dringen dat het Brusselse Molenbeek niet de gemoedelijke couscous- en kraaltjeswijk was waar men het al die jaren voor gehouden had, maar een ongekend jihadistisch horzelnest met talloze grijparmen van internationale terreur. De arme jochies aldaar, natuurlijk allemaal slachtoffer van ongebreideld kapitalisme, sleepten kennelijk toch iets meer mee in de rugzak des levens dan uitsluitend sociaaleconomische ongemakken veroorzaakt door de boze blanke belgenman.

Wittemansoppressie

Vooral toen duidelijk werd dat de Molenbeekse gemeente bleek te functioneren als de rubberen tegelvloer rondom de glijbaan van internationaal terrorisme, begon het ach-wat-zielig-effect toch wat in kracht af te nemen. Voor de beeldvorming: een vrolijke 90 procent van de eurabische inboorlingen beschouwt de toekomstige legpuzzels van ISIS als ‘helden’ op weg naar de hun toegewezen maagden. Het is een veeg teken wanneer de gemeenschap- heus niet allemaal bomgordeldragend strijdersvolk- geen onvertogen woord spreekt over de kansparels in hun midden, hen zelfs in bescherming neemt, zoals het geval Molenbeek pijnlijk duidelijk heeft aangetoond.

“Ja maar”, klinkt het gestampvoet vanuit de bloemetjesweide – het ligt allemaal aan de sociaaleconomische omstandigheden en om nou op basis van afkomst of etniciteit stigma’s uit te delen is een onvervalste vorm van wittemansoppressie. Om me niet dit verwijt van etnisch profileren op de hals te halen, beloof ik de lezer bij dezen mijn laptop op te eten zodra er invallen worden gedaan in de overwegend Chinese, hindoeïstische of anderszins Brusselse sluipholen van Aziatische exotiek, bij Allah!

Kale waarheid

De kwestie Snorgate staat overigens niet op zichzelf. Elke keer wanneer een prominent man en paard noemt is alweer een nieuwe gate in de maak. Alleen wanneer de problemen zonder meer kunnen worden geduid zonder dat heel bankliggend Nederland zich verslikt, zullen er geen “gates” meer zijn. In die zin is Derksen gewoon de zoveelste die zich niet zonder meer het racisme-verwijt laat aanleunen maar gewoon de kale waarheid verkondigt, niet uit relzucht of anderszins misplaatste geldingsdrang, maar uit een stramme weigering zich de mond te laten snoeren.