Achtergrond

#Bruslog: Guy Verhofstadt en GeenPeil moeten allebei een toontje lager zingen

08-04-2016 14:03

We zaten in de televisiestudio van het Europees Parlement. Uw verslaggever had net D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld geïnterviewd over het Oekraïne-verdrag. Toen ging de camera uit en we spraken nog even verder. Het ging over de onvrede met de EU, waar ik Sophie al tijdens het interview op had gewezen. “Jij gaat er de hele tijd vanuit dat iedereen heel ontevreden en boos is”, meldde Sophie. “Waar blijkt dat dan uit?”

Daar zat uw verslaggever toch even met zijn mond vol tanden. Door al het geschreeuw van de tegenstanders, was ook hij gaan geloven in massale onvrede.

Hoe groot is de onvrede echt?

Sophie had bewijs voor het tegendeel: de meeste mensen stemmen nog steeds op gematigde partijen. Of je nu stemt op D66, VVD, PvdA, CDA, GroenLinks, ChristenUnie of SGP: steeds wijst deze keuze niet op enorme onvrede maar hooguit op andere beleidsvoorkeuren. Zelfs in tijden van torenhoge peilingen voor de PVV stemt maar een derde van de bevolking op partijen waarvan je zou kunnen zeggen dat men echt dingen anders wil, zoals uit de EU, grenzen dicht, en dergelijke.

Het is de les van de sociale media: de meeste mensen zitten niet op Twitter en de meeste Twitteraars twitteren niet over politiek. De meeste mensen zitten wel op Facebook, maar de meerderheid is daar niet bezig met politieke kwesties. Het zijn de meest actieve, geïnteresseerde én boze mensen die je er steeds hoort. Zij schreeuwen allemaal om het hardst, of ze nu links of rechts zijn, maar de meeste mensen doen daar helemaal niet aan mee.

Schreeuwers zijn niet de norm

Toch ontstaat voor en na de referendum het beeld dat de mensen die zich uiten het gemiddelde zijn. Gisteren stond er een stuk op ThePostOnline met de zin: “[Nederland] heeft massaal tegen de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne gestemd.” Kan deze auteur tellen? Hij mist de open deur dat de zeer ruime meerderheid niet naar de stembus ging en dat we alleen weten dat ze niet hun stoel uit wilden komen. GeenStijl doet hetzelfde:

 

“De niet aflatende aanvallen op een democratisch burgerinitiatief [leggen] bloot dat de gevestigde orde zich nog steeds niet kan of wil inleven in een burgerbevolking die in groeiende aantallen geen enkel vertrouwen meer in deze orde heeft.”

 

Misschien neemt de onvrede toe. Misschien ziet Bart Nijman dit goed. Misschien zit D66 in de ontkenningsfase. Misschien komen de thuisblijvers de volgende keer wel. Misschien zaten alle ontevreden burgers woensdag te slapen. Misschien. Maar vooralsnog kwam nog geen zesde van Nederland zijn onvrede uiten.

De hysterische hyperbool

Zo komen we bij het belangrijkste kenmerk van ongeveer ieder debat over de EU: de hysterische hyperbool. Dit referendum is aangevraagd door een imposant aantal mensen, maar de meeste mensen tekenden niet. Dat hoefde ook niet. De meeste mensen gingen niet naar debatten over Oekraïne, ze hebben er niet over getwitterd, ze liepen met een grote boog om de GeenPeil-bus heen en spraken er onderling hooguit vol verwondering over. “Er schijnt een referendum te zijn…”

Guy Verhofstadt meldde gisteren dat het niet gek is dat Nederland tegen het verdrag heeft gestemd omdat “deze EU” niet goed werkt. Koren op de molen dus van Verhofstadt, die aan de uitslag ongetwijfeld de interpretatie koppelt dat er meer EU moet komen in plaats van meer soevereiniteit voor de lidstaten. Helaas voor Guy Verhofstadt is er geen bewijs dat burgers meer EU willen. Maar er is ook geen bewijs dat alles wat Thierry Baudet, Jan Roos en Bart Nijman over de EU roepen de mening van de gemiddelde Nederlander is.

Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land. Chris is momenteel op zoek naar Nederlanders in Brussel.