Reportage

#Bruslog: Commerciële jongens ruiken kansen bij GeenPeil-vrijwilligers

26-02-2016 11:26

Amsterdam Noord, donderdagavond. In de Tolhuistuin komen vrijwilligers samen die campagne willen voeren voor het aanstaande referendum over het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne. Zij zijn opgetrommeld door GeenPeil, de stichting van GeenStijl die een opkomstcampagne wil voeren. De bijeenkomst bestaat uit wat praatjes met instructies aan vrijwilligers, aangevuld met wat peptalk. Ook is er bier. De eerste is gratis. Zo komt de sfeer er goed in.

Nederland kent geen traditie van referenda en dat maakt het referendum van 6 april bijzonder: hoe gaat zo’n referendum in zijn werk, zullen burgers op komen dagen, wat doen de media en politieke partijen en in hoeverre zal er sprake zijn van een daadwerkelijke referendumcampagne? We leren deze avond wie het meest gaat profiteren van deze campagne: de ‘Stichting Politieke Academie’. Zij hebben namelijk ‘de oplossing’ om de opkomst gegarandeerd te verhogen.

Neutraal of negatief?

Een onbekende kale man heet ons welkom en houdt een verhaal over de opkomende directe democratie in Nederland. Die komt steeds dichterbij, denkt hij. Dit lijkt een serieuze doelstelling van meerdere aanwezigen, conform de doelstelling van GeenPeil: een opkomstcampagne om meer directe zeggenschap te krijgen over politieke beslissingen. Dit doel is nadrukkelijk breder dan een stemming over het verdrag met Oekraïne.

Iedereen die twijfelt of deze campagne echt politiek neutraal is, heeft gelijk. Jan Roos geeft een uitgebreid overzicht van argumenten om tegen te stemmen. Alleen voor Roos wordt enthousiast geklapt. De ondertoon van zijn verhaal blijft dat het verdrag van tafel moet. De opkomstcampagne is dan ook niet zo neutraal als die op het eerste gezicht lijkt: aangezien nee veel waarschijnlijker is dan ja, is een hogere opkomst – vooralsnog – vooral wenselijk voor het nee-kamp. Deze doelstellingen worden ook deze avond niet echt van elkaar gescheiden.

Commercie of publiek?

Frank van Dalen is ingevlogen om de avond aan elkaar te praten. Hij was ooit VVD-gemeenteraadslid in Amsterdam en bestiert tegenwoordig de Stichting Politieke Academie. Deze stichting zegt allerlei mooie zaken te willen zoals een hoge opkomst. De stichting helpt daarbij vooral door kennis te vergaren over stemmers en waar die wonen. Van Dalen zegt te weten waar potentiële stemmers zitten en in welke buurten campagnevoering weinig zin heeft. Zijn uitspraken over wat hij van stemmers weet gaan zeer ver. Er komt geen informatie over waar hij die wijsheid vandaan heeft.

Er is een app waarop deze kennis te vinden is. Vrijwilligers kunnen op de app zien waar campagne voeren nuttig is c.q. waar dat al door anderen is gedaan. Dit is dezelfde werkwijze zoals bij de campagne van Obama in de VS. Het is een poging de campagne door vrijwilligers te stroomlijnen en de kans te vergroten dat de campagne ook effectief is. Wat er met al je gegevens gebeurt – “Je kunt je profiel op anoniem zetten hoor!” – wordt niet verteld. Sommige aanwezigen hebben dat feilloos door. GeenPeil helpt Van Dalen zijn stichting tot een succes te maken. Dat kan commercieel op den duur zeer lucratief zijn.

Media-aandacht of de straat op?

Van Dalen weet het zeker. Hij gebruikt meerdere keren de frase dat “Onderzoek laat zien dat…” en dat “Het absoluut zeker is dat…” De gemiddelde sociale wetenschapper hoort alle alarmbellen rinkelen want zo voorspelbaar is al dat kiezersgedrag niet, maar dat kan Van Dalen niet zeggen want zijn stichting zal alleen een succes worden als hij de wereld overtuigt van het nut van zijn data. Als de zaal niet meedoet, krijgt hij ook geen nieuwe data binnen en wordt zijn database niet beter. Zo ontstaat nooit een goed businessmodel.

Volgens Van Dalen is het absoluut zeker dat alleen het flyeren en canvassen helpt om de mensen naar de stembussen te krijgen. Media-aandacht, dat doet er niet of nauwelijks toe, leren we. De aanwezige journalisten worden gek genoeg toch uitgebreid te woord gestaan. Sommige vrijwilligers zeggen dagen achter elkaar te gaan flyeren en een enkeling heeft er zelfs vrije dagen voor opgenomen. Uw verslaggever durft niet te zeggen wat elke goede verstaander allang weet: zij worden gebruikt.

Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel BruslogBrusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land.