Achtergrond

Dit is de brief die de MH17-nabestaanden kregen over voortgang onderzoek

19-02-2016 18:37

RTL Nieuws meldde donderdag dat het Openbaar Ministerie (OM) in de zomer verwacht het strafrechtelijk bewijs rond te hebben met wat voor Buk-raket MH17 is neergeschoten, en wat de exacte plek was waar de raket is afgeschoten. Dit meldde hoofdofficier Fred Westerbeke in een brief aan nabestaanden. Minister van Veiligheid en Justie Ard van der Steur (VVD) heeft deze vrijdagavond ook naar de Tweede Kamer gestuurd. De volledige brief hier onder.

Geachte nabestaande(n),

In deze brief wil ik u graag informeren over de stand van zaken van het strafrechtelijk onderzoek naar het neerstorten van de MH17. Dit is een aanvulling op de berichten die het Joint Investigation Team (JIT) met enige regelmaat met de nabestaanden deelt via de Nederlandse familierechercheurs en hun internationale liaisons en tegelijk op de besloten website plaatst.

Onlangs heeft de Nederlandse Minister van Veiligheid en Justitie de Tweede Kamer geïnformeerd over radar- en satellietgegevens, het onderzoekcollectief Bellingcat en de vervolgingsmogelijkheden. Dezelfde onderwerpen zijn ook behandeld in een openbare hoorzitting in de Tweede Kamer. Ik heb gemerkt dat hier onder nabestaanden nog vragen over bestaan. In deze brief wil ik namens het JIT hierover nadere uitleg geven. Daarnaast zal er op korte termijn een informatiebijeenkomst plaatsvinden, waarop deze onderwerpen ook mondeling zullen worden toegelicht. Meer hierover leest u aan het einde van deze brief.

Verlenging JIT

Australië, België, Maleisië, Oekraïne en Nederland hebben uitgesproken om het JIT ook dit jaar voort te zetten. Daarvoor is de overeenkomst waarbij het JIT is opgericht verlengd. Alle partijen zijn onverminderd aan het werk met de uitvoering van dit complexe onderzoek..

 Wapen

Van 22 november tot en met 10 december 2015 heeft in Nederland een forensische expertmeeting plaatsgevonden, waaraan experts afkomstig uit de landen van het JIT hebben deelgenomen. Hierbij is onderzoek verricht aan een aantal bijzondere delen dat is teruggevonden op de crashsite en dat mogelijk van het gebruikte wapen afkomstig is. Ook is onderzoek verricht aan materiaal dat is aangetroffen in de wrakdelen van het vliegtuig en dat mogelijk ook afkomstig is van de raket waarmee het vliegtuig is neergeschoten. Nader technisch onderzoek naar de bijzondere kenmerken van deze delen, waaronder verf- en metaalsamenstelling, vindt nu nog steeds plaats. Mede op basis van tussentijdse, voorlopige resultaten van het strafrechtelijk technisch onderzoek heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) al eerder vastgesteld dat de MH17 met een BUK-raket is neergeschoten. In de tussentijd is het strafrechtelijk technisch onderzoek voortgezet. De eindresultaten daarvan worden voor de tweede helft van dit jaar verwacht. Dat moet sluitend bewijs opleveren, dat verkregen is volgens de voorgeschreven procedures en kan standhouden voor een rechter. Op basis daarvan verwacht het JIT ook strafrechtelijk bewijsbaar vast te stellen met wat voor raket de MH17 is neergeschoten.

Lanceerlocatie

Voor zover het JIT heeft kunnen nagaan, zijn er geen video- of filmbeelden beschikbaar van de lancering of baan van de raket. Wel zijn er reguliere radargegevens, maar die geven alleen informatie over bewegingen in het luchtruim. Deze zijn vooral van belang voor de vaststelling of zich nog andere vliegtuigen in de omgeving bevonden. Op de radarbeelden is geen raket te zien. Hoewel het JIT niet over ruwe primaire radardata beschikt, bieden de beschikbare (ruwe secundaire en verwerkte primaire en secundaire) radargegevens al voldoende informatie over het vliegverkeer.

Ruwe primaire radardata zouden mogelijk ook informatie kunnen geven over een raketbaan. Die data heeft het JIT nog niet. Het JIT heeft leden van de Oekraïense luchtverkeersleiding en een Oekraïense radartechnicus hierover ondervraagd. Zij hebben uitgelegd waarom er in Oekraïne geen primaire radardata zijn vastgelegd. Daarnaast heeft het Openbaar Ministerie (OM) ook aan de Russische Federatie om ruwe primaire radardata gevraagd. Tot op heden heeft het OM die niet ontvangen. Aan de OVV heeft de Russische Federatie gemeld dat die ruwe primaire data destijds wel zijn vastgelegd, maar niet zijn bewaard. Het OM is hierover in gesprek met de Russische autoriteiten.

Daarnaast zijn er ook satellietgegevens beschikbaar over de situatie op de grond. Het JIT heeft tot op heden geen satellietbeelden van de lancering van de raket. Vanwege bewolking zijn geen bruikbare beelden beschikbaar van de afvuurlocatie op het dagdeel waarin de MH17 werd neergeschoten. Wel zijn er beelden beschikbaar van vlak voor en na 17 juli 2014 die bijdragen aan het onderzoek.

De Amerikaanse autoriteiten beschikken over data, afkomstig van hun eigen veiligheidsdiensten, die mogelijk informatie zouden kunnen geven over een raketbaan. Deze gegevens zijn vertrouwelijk gedeeld met de Nederlandse Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD). De MIVD en het OM onderzoeken nu in welke vorm de Amerikaanse staatsgeheime informatie gebruikt kan worden in het strafrechtelijk onderzoek en wat in een zogenaamd ambtsbericht aan het OM zal worden verstrekt. Dat ambtsbericht kan door het JIT als bewijs worden gebruikt.

Ruwe primaire radardata en Amerikaanse geheime informatie zijn slechts twee bronnen van informatie voor de bepaling van de lanceerlocatie. Er is nog veel meer. Zo verzamelt het JIT bewijs op basis van afgeluisterde telefoongesprekken, locatiegegevens van bepaalde telefoons, beeldmateriaal, getuigenverklaringen en technische berekeningen van de raketbaan. Die berekeningen worden gemaakt door het Nationaal Lucht en Ruimtevaartlaboratorium op basis van de locatie van de MH17, het schadepatroon op de wrakdelen en de bijzondere eigenschappen van de bewuste raket. Ook in dit opzicht maakt het JIT een verdiepingsslag ten opzichte van het onderzoek van de OVV. Op basis van deze andere bronnen krijgt het JIT steeds meer duidelijkheid over de exacte lanceerlocatie. Uitsluitsel wordt voor de tweede helft van dit jaar verwacht.

Daders

Als de gebruikte raket en de afvuurlocatie eenmaal strafrechtelijk zijn vastgesteld, kan een scherpere relatie worden gelegd met de daders. Het JIT heeft een grotere groep personen in beeld, die op één of andere wijze betrokken lijken te zijn geweest bij het neerschieten van de MH17. De taak van het JIT is om vast stellen wie zij zijn en wat hun rol precies was. Ook daarvoor is sluitend en onweerlegbaar bewijs nodig. Zoals ik in mijn vorige brief heb uitgelegd, kan het JIT hier niet veel informatie over delen. Dat zou het onderzoek frustreren en de daders in de kaart spelen.

Bij het onderzoek naar de daders zijn telecomgegevens, getuigenverklaringen en internetbronnen belangrijk. Met dat doel worden meer dan vijf miljard webpagina’s en meer dan een half miljoen foto-, audio- en video-bestanden onderzocht. Cyber specialisten van het JIT spelen hierin een belangrijke rol. Met geavanceerde zoekinstrumenten worden relevante data geselecteerd, waarvan vervolgens de herkomst wordt nagezocht en de betrouwbaarheid getoetst. Datzelfde gebeurt met informatie die door derden wordt aangedragen, zoals het internationale onderzoekcollectief Bellingcat.

Op 26 december 2015 heeft Bellingcat een concept-rapport verstrekt aan het JIT. Daarin is, op basis van sociale media en andere openbare internetbronnen, informatie opgenomen over leden van een Russische militaire eenheid die volgens Bellingcat mogelijk de BUK-raketinstallatie naar Oekraïne heeft getransporteerd. Veel bronnen waarop Bellingcat zich beroept, waren bij het JIT bekend. Daarnaast beschikt het onderzoeksteam nog over meer en andere informatie over dit onderwerp, die niet door Bellingcat wordt genoemd. Voor zover Bellingcat nieuwe bronnen heeft aangedragen, worden die bestudeerd en beoordeeld op bruikbaarheid voor het strafrechtelijk onderzoek. Uit het rapport van Bellingcat volgt geen bewijs voor directe betrokkenheid van individuele leden van deze eenheid bij het neerschieten van de MH17.

Aanhouding en berechting

Als eenmaal duidelijk is welke personen strafbaar betrokken zijn geweest bij het neerschieten van de MH17, moeten zij worden gevonden, aangehouden en (mogelijk) worden uitgeleverd aan het land of het tribunaal waar de berechting zal plaatsvinden. Ervaringen in soortgelijke zaken leren dat dit veel tijd kan kosten. In de Lockerbie-zaak bijvoorbeeld, het onderzoek naar de aanslag op Pan Am-vlucht 103 op 21 december 1988, duurde het bijna drie jaar voordat er twee arrestatiebevelen konden worden uitgevaardigd en nog eens ruim zeven jaar voordat de verdachten konden worden uitgeleverd.

Op dit moment zijn er twee reële opties voor vervolging en berechting: nationale vervolging door één van de JIT-landen of vervolging voor een internationaal tribunaal, op te richten door de JIT-landen. Voor een uiteindelijke keuze voor de ene of de andere optie zijn de uitkomsten van het strafrechtelijk onderzoek van belang: dan zal duidelijk zijn waar verdachten verblijven, welke nationaliteit zij hebben en waar zij het beste kunnen worden berecht. Ook de positie van de nabestaanden speelt bij die keuze een belangrijke rol.

Hoewel het JIT alle zeilen bijzet en zo voortvarend mogelijk te werk gaat, is dit een onderzoek van de lange adem. Ik begrijp dat het tijdsverloop u zwaar moet vallen, maar ik wil geen verkeerde verwachtingen wekken. Het is een lange weg naar berechting, maar het JIT heeft het geduld en de volharding om de zaak tot een goed einde te brengen.

Conclusie

Voor de tweede helft van dit jaar verwacht het JIT het strafrechtelijk bewijs te kunnen leveren met welke type wapen en vanaf welke locatie de MH17 is neergeschoten. Daarover zal het JIT u vanzelfsprekend informeren. In diezelfde periode verwacht het JIT ook meer zicht te krijgen op mogelijke daders. Op welke termijn hun precieze betrokkenheid, identiteit en actuele verblijfplaats kunnen worden vastgesteld, valt nog niet aan te geven. Maar ook als het JIT zulke informatie verzameld heeft, kan er reden zijn om die nog niet direct met u te delen, om te voorkomen dat bewijs of de verdachten zelf verdwijnen. In zoverre zal ik uw geduld op de proef moeten blijven stellen. Hoe zwaar dat ook is, het is in het belang van de uiteindelijke berechting.

Informatiebijeenkomst

Ik kan mij voorstellen dat de informatie in deze brief nadere vragen oproept. Net als voorheen kunt u die altijd aan mij voorleggen via het centrale e-mailadres of telefoonnummer van de Nederlandse familierechercheurs en hun internationale liaisons. Gezien het tijdsverloop en de recente publieke aandacht in Nederland voor bepaalde onderwerpen (zoals internetonderzoek, radar- en satellietbeelden en vervolgingsmogelijkheden) wordt in Nederland een informatiebijeenkomst georganiseerd voor nabestaanden. Alle nabestaanden zijn hiervoor uitgenodigd. Tijdens deze bijeenkomst zal een nadere toelichting worden gegeven op de onderwerpen uit deze brief.. Voor de nabestaanden die hierbij niet aanwezig kunnen of willen zijn, zal een verslag van de bijeenkomst worden gemaakt, dat na afloop kan worden geraadpleegd.

De bijeenkomst wordt gehouden op 7 maart a.s. in het NBC Congrescentrum, Blokhoeve 1 in Nieuwegein. De inloop is vanaf 16.00 uur; het programma start om 17.00 uur en duurt tot uiterlijk 21.00 uur. Er wordt gezorgd voor broodjes en snacks.

Nabestaanden die hierbij aanwezig willen zijn, wordt verzocht om zich vóór 26 februari aan te melden bij Slachtofferhulp Nederland via het e-mailadres (Verwijderd,TPO)

Indien verschillende nabestaanden tegelijk worden aangemeld, vraag ik u vriendelijk om daarvan de afzonderlijke namen in de e-mail op te nemen. Indien u specifieke vragen heeft, die u op de bijeenkomst zou willen stellen, kunt u die in dezelfde email alvast aan ons doorgeven. Tijdens de bijeenkomst kunnen wij daar dan zo goed mogelijk op inspelen.

Hoogachtend,

Namens het Joint Investigation Team

Australië

België

Maleisië

Oekraïne

Nederland