Samen met Frankrijk glijdt Nederland af naar een fascistische staat

26-10-2015 16:08

De PvdA wordt stilaan een partijtje van niemendal. Voor Nederland is dit een ramp. Ik schrijf dit niet uit partijvoorkeur. Voor een democratie is het wezenlijk dat de gewone man vertegenwoordigd wordt door een krachtige partij. Nu voelt die gewone man zich door ‘zijn’ partij verraden. Een stelletje illuminaten heeft het in de PvdA voor het zeggen. Op partijcongressen weten zij een paar honderd roeptoeters rondom zich te verzamelen en gijzelen op die manier het partijbestuur. Bekwame en integere politici als Wouter Bos en Diederik Samson maken hierdoor geen kans. Hoe is het zover kunnen komen?

Voor wie het nog niet heeft willen zien: samen met Frankrijk gaat Nederland in de richting van een fascistische staat. Nederland wordt opnieuw een gidsland, maar niet zoals bedoeld.

De gewone man

De gewone man wil kunnen wonen in zijn eigen wijk. Hij wil op redelijke termijn een sociale huurwoning zodat hij zijn eigen gezin kan stichten, zonder afhankelijk te zijn van anderen. Zijn kinderen moeten naar een school kunnen gaan waar ze onze normen en waarden ingeprent krijgen. Scholen waar de talenten van zijn kinderen de beste kansen krijgen. Zijn dochters moeten zich op straat veilig voelen. Zij moeten zich kunnen kleden zoals zij willen, zonder uitgemaakt te worden voor hoer. De vrijheid en de kansen van geëmancipeerde vrouwen uit de middenklasse moeten ook beschikbaar zijn voor meisjes uit de arbeidersklasse. Kortom, de Europese normen en waarden, de Europese levensstijl en de Europese tolerantie en vrijheid van meningsuiting moeten ook in het leven van de gewone man behoren tot de normaalste zaak van de wereld.

Linkse fascisten

Aan de universiteit van Nijmegen maakte ik tegenover een collega eens de opmerking dat de studenten van een extreem-links clubje zich gedroegen als fascisten. Die man schrok zich rot en smeekte mij bijna zoiets nooit in een collegezaal te zeggen. Zijn reactie bewees mijn stelling. Fascisten hebben het patent op intimidatie en het creëren van een sfeer van angst. De mensen van extreem-links zijn de NSB’ers van deze tijd.

De zogenaamde strijders van links voeren zodanig strijd dat ze het omgekeerde bereiken van hun idealen. De Amerikaanse historicus Martin Malia schreef: “Het socialisme is geen aanval tegen het kapitalisme, maar tegen de realiteit”.
We kunnen hetzelfde zeggen over het antiracisme: dit is geen aanval tegen het racisme, maar tegen de realiteit. De honderden blanke Britse meisjes die jarenlang seksueel misbruikt werden door Pakistani zonder dat de instanties ingrepen, uit vrees beschuldigd te worden van racisme, zijn hier een triest bewijs van.

‘De mensen van extreem-links zijn de NSB’ers van deze tijd’

Op naïeve wijze worden mensen verdeeld in goeden en kwaden. De goeden dat zijn de daklozen, de illegalen, de immigranten, de asielzoekers, de bijstandtrekkers. De gewone man die hard werkt, die in een veilige en vertrouwde omgeving wil wonen en houdt van zijn tradities, wordt weggezet als xenofoob, racist, egoïst, reactionair en wat al meer. Links wordt de partij van de nationale afkeer, van de afkeer van onze culturele erfenis en tradities. De manier waarop de linkse kerk het christendom de laatste vijftig jaar heeft aangevallen is regelrecht onbeschoft. Nu zijn ze te laf om de islam op dezelfde wijze onder handen te nemen.

Manif pour tous

Soms leidt de linkse naïviteit tot komisch aandoende consequenties. Het internationaal socialisme heeft onbedoeld de weg geëffend voor de globalisering van het kapitalisme. Links roept: ‘Weg met de grenzen en alle mensen zijn één in een grote broederschap’. Het gevolg hiervan is dat de identiteit van de Nederlandse bevolking verloren raakt. We horen nergens meer bij. Onze identiteit is herleid tot consumentenbroederschap. Het land maakt deel uit van een mondiale markt zonder grenzen. De kapitalisten zijn de socialisten eeuwig dankbaar.

‘Het antiracisme is geen aanval tegen het racisme, maar tegen de realiteit’

Een voorbeeld uit het buitenland kan goed illustreren hoe groot de afstand is tussen officieel links en het volk. In Frankrijk zijn de ‘manif pour tous’ met honderdduizenden mensen diverse keren de straat opgegaan tegen het homohuwelijk. Links wees hen hooghartig af en noemde al die mensen homofoob, reactionair en conservatieven die vasthouden aan voorbijgestreefde tradities. Nochtans was die massa helemaal niet homofoob. Het was in essentie een verzet tegen nivellering en uniformisering. Wat al sinds het begin der tijden het werk is van een man en een vrouw samen, moet nu een individuele vrijheid worden. Het gaat bij links niet alleen om het homohuwelijk, maar ook om het recht op adoptie, op IVF, op draagmoederschap, enzovoorts. Want ieder individu heeft recht op nageslacht. Het is alsof de mens het de Schepper kwalijk neemt, dat Hij de mens als man en als vrouw heeft geschapen.

De manif pour tous is een beweging tegen een mentaliteit waar alles toegelaten is en waar alles mogelijk moet zijn. Een beweging met respect voor wat ons is gegeven. Ik ben een man of een vrouw. Ik word met een bepaalde sekse geboren. Ik heb die identiteit niet gekozen. Ik heb ze ontvangen. Het is weeral de gewone man die, tegen de waandenkbeelden van de illuminaten in, zijn gezond verstand behoudt.

Noden der gewone man

Het gaat niet om de ontkenning van het feit dat ongeveer vijf procent van de mensen homo of lesbisch is en enkele tientallen transgender. Ik zou zeggen: ‘Onze Lieve Heer heeft het zo gewild’, daarom moeten we LHBT-ers aanvaarden zoals ze zijn. Maar tussen de bomen moeten we wel het bos blijven zien: voor 95 procent van de mensen geldt dat ze een gezin stichten waarin het kind een vader en een moeder heeft. Met opvoeding moeten we niet gaan experimenteren tegen het natuurlijke in. Ook hier heeft de zogenaamd ‘weldenkende en ruimdenkende’ linkse rekel de gewone mensen van zich vervreemd.

‘De manier waarop de linkse kerk het christendom heeft aangevallen is onbeschoft. Nu zijn ze te laf om de islam op dezelfde wijze onder handen te nemen’

Om de achterban opnieuw aan te trekken zou de PvdA zich moeten richten op de ware noden van de gewone man. Voor deze laatste is één van de belangrijkste knelpunten de ongewenste invloeden van vreemde culturen. De ervaring leert dat zodra een minderheid de dertig procent bereikt er spanningen ontstaan met de meerderheid. In wijken en in scholen is het daarom van groot belang dat allochtonen niet meer dan tien procent van de populatie uitmaken. Een goed spreidingsplan en een beperking van de immigranteninstroom zou een van de belangrijkste programmapunten van de linkse politiek moeten zijn.

EU: plurinationale ruimte met een gigantische bureaucratie

Het is hier niet de bedoeling een volledig partijprogramma te schrijven dus ik beperk me tot nog slechts één aandachtspunt. Onder invloed van de globalisatie wordt de Europese Unie een plurinationale ruimte met een gigantische bureaucratie. De Europese burgers worden hierdoor beroofd van hun identiteit en van het recht zichzelf te besturen. Bovendien kan de EU de ergste problemen niet oplossen, zoals de gevolgen voor de arbeidersklasse van de desindustrialisatie en van de grote stroom immigranten die de komende jaren nog zal toenemen. Net als in de 19de eeuw moet het volk als het ware opnieuw haar soevereiniteit gaan opeisen. Hier ligt een taak voor een partij als de PvdA.

In deze tijd voelt de gewone man zich machteloos. Europarlementariërs en -commissarissen zijn onbekende personen die ergens ver weg over ons lot beslissen. Ook de universiteiten doen hieraan mee: hoe meer het Engels de voertaal wordt, hoe groter de afstand met het dagelijks leven van de burger.

Nieuw PvdA-bottum-up beleid

De PvdA zou de partij moeten zijn die de burgers mondig maakt, niet alleen in nationaal verband, maar ook in de Europese en internationale politiek. Concreet betekent dit een bottom-up beleid: vanuit de basis worden netwerken van solidariteit opgericht waarin de burger het zelf voor het zeggen heeft. Deze wijkgerichte netwerken nemen bijvoorbeeld de jeugdzorg, de gehandicaptenzorg en de ouderenzorg voor hun rekening. Projecten voor werkgelegenheid worden gestimuleerd. Werklozen kunnen er onmiddellijk aan de slag. Landbouwproducten uit de eigen regio worden gepromoot. De netwerken van solidariteit doen een appèl op vakmanschap dat lokaal aanwezig is.

Het doel is zo zelfvoorzienend als mogelijk te worden, zowel in de dienstensector als in de productie van goederen (denk aan D3-printing die ons onafhankelijker kan maken van buitenlandse fabrieken). Op die manier zullen de netwerken de hogere instanties dwingen in hun beleid rekening te houden met de gewone man, die zijn autonomie heeft herwonnen. Als de PvdA deze strijd niet wint, is fascisme in Nederland onvermijdelijk.