Jet Bussemaker heeft gelijk: velen willen ten onrechte hogerop

06-06-2015 12:47

“Wat mij stoort, is dat iedereen alleen maar hogerop wil.” Het is een mooie quote van de minister van Onderwijs, Jet Bussemaker (PvdA), vandaag in de Volkskrant. Twitter weet er wel raad mee, want dit is toch het ultieme bewijs dat verheffing van het volk geen PvdA-ideaal meer is, dat mensen volgens de minister moeten onderpresteren en vooral geen ambities mogen hebben. We zien de Kamervragen al binnenstromen.

Als een uitspraak zoveel woede en verbazing oproept, kan er alleen maar een kern van waarheid in zitten. De Volkskrant heeft een mooie quote binnengehengeld en als je niet verder kijkt dan die ene zin, is de minister totaal gestoord. Natuurlijk is het logisch dat leerlingen die op het VWO zitten naar de universiteit willen. Natuurlijk is het niet gek dat een MBO’er graag naar het HBO wil. Dat is het punt ook helemaal niet. Het punt is dat veel studenten te hoog grijpen en beter niet naar het HBO of de universiteit kunnen gaan. Omdat ze het niet aankunnen. Of omdat ze niet echt willen.

Projectmatig werken aan de hogeschool

Ik herinner me mijn eerste college aan de Haagse Hogeschool nog goed. Het was september 2005, ik was net een week in dienst en er moest een ‘practicum projectmatig werken’ gegeven worden. Er was aanvankelijk helemaal geen docent geregeld dus moest iedereen op het laatste moment één groep verzorgen. Gelukkig was het practicum maar één uur per week, zes weken lang. Ik had nog nooit van projectmatig werken gehoord, maar het bleek niet ingewikkeld te zijn: het ging over een projectplan maken.

Iedereen die denkt dat het goed is dat iedereen hogerop wil, moet maar eens een dergelijk college bijwonen. Bezoek een opleiding waar relatief veel studenten zijn die geen erg doordachte studiekeuze maken. Communicatie bijvoorbeeld, de bachelor waar ik destijds ‘practicum projectmatig werken’ verzorgde. Van de 25 studenten in de groep kon een meerderheid niet een begin van een motivatie formuleren waarom ze de opleiding waren gaan doen. Drie studenten spraken onvoldoende Nederlands om überhaupt een foutloze zin te kunnen uitspreken.

Ja, na de bachelor communicatie moet een student persberichten kunnen schrijven.

‘Iets doen’

Een belangrijk kenmerk bij onderwijs is dat de docent en student allebei ‘iets doen’. De docent bereidt de colleges voor, maakt de toets, kijkt die na en geeft feedback. De student moet ook iets doen: het boek lezen, een beetje opletten, aantekeningen maken en over de stof nadenken. Bij ‘practicum projectmatig werken’ kwam het er niet van. Hoe hard ik als docent mijn best ook deed, hoe vriendelijk of onvriendelijk ik het ook vroeg, hoeveel grapjes ik ook maakte: op drie studenten na las niemand het boek, iedereen was met andere dingen bezig en niemand kon na afloop een basaal projectplan maken. En dat terwijl er parallel projectonderwijs werd aangeboden waarin men daarmee oefende.

De verklaring van de buitenstaander is altijd: “Het zal wel aan de docent gelegen hebben.” Ik was op het laatste moment ingevlogen als docent voor deze module, ik vond mezelf niet geschikt en ik vond de stof ook niet bijster interessant. Maar welke invalshoek ik ook koos, studenten bleven me vragend aankijken, kwamen niet opdagen of deden alleen andere dingen. De belangrijkste verklaring voor het feit dat niemand iets leerde was dat de meeste studenten niet wisten waarom ze überhaupt waren komen studeren, waarom ze deze opleiding wilden doen, dat ze niet geschikt waren en dat ze simpelweg geen motivatie hadden. En dat in de eerste week van een vierjarige opleiding.

Na het eerste jaar waren van deze groep nog vijf studenten over. Dit was overigens wel de slechtste klas van dat jaar.

Voeling met de praktijk

Bussemaker bewijst dat ze voeling heeft met de onderwijspraktijk. Studenten zeggen het vaak letterlijk: “ik wil hogerop!” De meeste studenten die dit zeggen hebben wel dollartekens in hun ogen omdat een hogere opleiding meer salaris met zich meebrengt, maar ze hebben zich niet afgevraagd of ze het kunnen en of ze bereid zijn de noodzakelijke inspanningen te verrichten om ook echt hogerop te komen. Dat vraagt namelijk om zelfreflectie en die eigenschap komt onder studenten in het hoger onderwijs – ondanks alle studieloopbaangesprekken – weinig voor.

Geen docent geeft dit toe terwijl iedereen in het hoger onderwijs dit weet. Elke docent kan dit soort voorbeelden geven. Tientallen, zo niet honderden. Veel studenten kunnen beter niet hogerop willen. Ze moeten een opleiding doen die past bij hun vaardigheden en motivatie, niet een opleiding waarbij ze telkens worden overvraagd. Dat is maatschappelijk ook helemaal niet nodig. Het hoger onderwijs leidt wel de leiders van de toekomst op, maar niet alle studenten in het hoger onderwijs worden in de toekomst een leider.

Veel studenten worden zeer ongelukkig van hun opleidingskeuze omdat die te hoog gegrepen is. Soms al tijdens de studie, maar anders wel na afloop. Al die boze twitteraars laden de verdenking op zich dat Bussemaker hen aan hun eigen onderwijstrauma’s heeft herinnerd.