Reportage

Homoherdenking: ‘Roze verzetsstrijders net iets belangrijker dan anderen’

05-05-2015 14:00

Er bestaat op 4 mei al decennialang een specifieke herdenking voor LHBT’s: lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders. In de Tweede Wereldoorlog zijn immers velen van hen vermoord. De herdenking vindt plaats bij het Amsterdamse homomonument. Er zijn vele honderden mensen op afgekomen. Zichtbare mannen- en vrouwenliefde is alom aanwezig. 

Het blijkt de 28ste keer dat hier een herdenking is. Deze is er al zolang als het homomonument bestaat, leert de ceremoniemeester ons. Na de twee minuten stilte, krijgt minister Jet Bussemaker het woord. Ze heeft zich voor deze speech laten inspireren door de biografie van Frieda Belinfante, een lesbische celliste met Joodse wortels, die tijdens de oorlog in het verzet zat, later naar Zwitserland vluchtte, en na de oorlog emigreerde naar de VS om daar als eerste vrouwelijke dirigente in vaste dienst naam te maken.

Onbekende verhalen

Veel verhalen over de Tweede Wereldoorlog zijn nog onbekend, meldt Bussemaker, zoals het verhaal van Belinfante. Later herinnert COC-voorzitter Tanja Ineke ons eraan wat Bussemaker kennelijk – of in ieder geval deels – bedoelde: er waren veel LHBT-verzetsstrijders maar die zijn niet erg bekend. We krijgen te horen dat we bij de stille tocht voor deze herdenking over de Niek Engelschmanbrug kwamen, een van de grondleggers van het COC die ook actief was in het verzet. Ook horen we dat de strijd in Kirgizië lijkt op die van LHBT’s hier tijdens de oorlog. Er is dezelfde soort moed voor nodig.

Autocoureur Mike Verschuur mag ‘als jonge generatie’ wat woorden tot ons richten. Hij is in het dagelijks leven ‘geen voorvechter van homorechten’, maar hij wil nu wel kwijt dat het niet makkelijk is om in de autowereld uit de kast te komen. Later legt hij met zijn vriend een krans. Hij vraagt zich af of twee minuten stilte ‘wel genoeg’ is. Zo ontstaat bij deze herdenking een impliciete oproep om actiever voor de homozaak te strijden, specifiek LHBT-slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog te herdenken en solidair te zijn met LHBT-activisten in het buitenland.

Roze marketing

Bij de kranslegging blijken er een ontzettend groot aantal LHBT-organisaties te bestaan. De organisaties zijn soms zo onbekend dat de ceremoniemeester ze slecht kan uitspreken waardoor een onontwarbare woordenbrij van Nederlandse en Engelse namen ontstaat. Dat is jammer, want voor al deze LHBT-organisaties is dit een uitgelezen manier om zich heel eventjes aan het roze publiek te laten zien. Dan moet hun naam natuurlijk wel duidelijk uitgesproken worden.

Er zijn ook opvallend veel D66’ers aanwezig. Twee wethouders van D66 leggen namens de gemeente Amsterdam een krans. Ook herkennen wij de twee D66-LHBT’s die vorig jaar campagne voerden via seks-app Grindr. D66 begrijpt: roze stemmers zijn hier samengekomen en dus is dit de ideale plek om even je gezicht te laten zien. Hoewel het D66-label afwezig is, kan zo de band van D66 met de roze doelgroep worden uitgemolken, al is het maar door later te kunnen melden dat D66 hier acte de presence gaf.

Toch blijft er een vraag hangen: waarom verdienen LHBT-verzetsstrijders deze extra aandacht? Is het niet voldoende dat zij als onderdeel van de ‘gewone verzetsstrijders’ worden herdacht? Wat voegt het toe om sommige verzetsstrijders achteraf als ‘LHBT’ te labelen?

Er komt vandaag geen antwoord op deze ongemakkelijke vragen.