Opinie

Waarom PvdA de straten op moet

04-12-2014 16:22

Update: het ebook is nu ook te downloaden via Amazon en Bol.

 

Zoals bekend gaat het, eufemistisch uitgedrukt, niet zo heel goed met de Partij van de Arbeid. In de peilingen heeft de PvdA zo weinig zetels dat ze inmiddels worden uitgelachen door GroenLinks en intern partijrapport na intern partijrapport komt tot de conclusie dat de regenten het contact met de achterban kwijt zijn en ‘weer terug de straat op moeten’.

Maar wat is het precies dat de jarenlange PvdA-kiezer, die arbeider in de straat, inmiddels zo tegenstaat aan hun oude vertrouwde sociaaldemocraten?

Smakelijke fragmenten

Dat leest u in onderstaande smakelijke fragmenten, afkomstig uit ons online feuilleton Ahmed Marcouch: een politieke biografie. Destijds door Paul Andersson Tousaint exclusief voor ThePostOnline geschreven in tig kloeke delen maar sinds vandaag tegen een zeer geringe vergoeding te downloaden als compleet, overzichtelijk en vooral prachtig uitgevoerd e-Book. Uiteraard uitgegeven door Fosfor.

De gepubliceerde fragmenten zijn afkomstig uit dit, dit, dit, en dit hoofdstuk.

De fragmenten

We beginnen met de klassieke PvdA-stemmende arbeider in de straat die al heel lang geen politicus in zijn straat meer heeft gezien, laat staan een PvdA-regent:

 

“Wim Knol (73), een arbeidersjongen was zo’n PvdA-lid van de oude garde. Hij is nog een echte sociaaldemocraat, zo langzamerhand een bijna uitgestorven specie binnen de partij, recht door zee en het hart op de tong.

Knol woonde vanaf 1967 in totaal 41 jaar in Slotervaart en was toen ik hem sprak al 51 jaar lid van de PvdA, waarvan dus ruim veertig jaar van de afdeling Slotervaart. Hij was tot december 2009 lid van het afdelingsbestuur en penningmeester van de PvdA-afdeling Slotervaart en nu lid van de afdeling Nieuw-West.

Wim Knol was decennialang een typisch lid van wat in het verzuilde verleden, de rode familie werd genoemd. Je was lid van de PvdA, de vakbond en de VARA. Je las het Vrije Volk, je kocht je boeken bij de Arbeiderspers en je was verzekerd bij de Centrale Arbeiders Levensverzekeringsmaatschappij. Je was rood van je wieg tot je dood.

‘Al die clubs en ambtenaren waren al jaren aan het vergaderen over die criminelen, maar niemand had ooit de ouders aangesproken op het criminele gedrag van hun kinderen. Marcouch zorgde ervoor dat de straatcoaches naar Slotervaart kwamen en de gezinsbezoekers van de SAOA (Stichting Aanpak Overlast Amsterdam) die de ouders van de overlastjongens thuis gingen opzoeken om ze te leren hoe ze hun zonen moesten opvoeden. Dat is allemaal heel belangrijk geweest voor deze wijk.’

‘Alles werd hier voortdurend maar gedoogd en iedereen keek toe. De Marokkaanse gemeenschap keek toe en deed zelf ook geen reet. Het barst hier van de Marokkaanse zelfhulporganisaties, maar het haalt allemaal geen flikker uit. Er is hier zelfs sprake van een hele Marokkanenindustrie, al die tientallen stichtinkjes van de beroeps-Marokkanen in deze wijk en in de rest van Nieuw-West.

‘De Nederlandse politiek heeft die structuur geschapen en in stand gehouden door een subsidietje hier en een subsidietje daar. Via die subsidiestroom is de overheid al jaren bezig om in feite fout gedrag te stimuleren. Het is een pervers systeem. Kijk naar die verschrikkelijke Marokkaanse buurtvaders: hele generaties geloofden dat die buurtvaders de oplossing waren, maar ze deden helemaal niets.’

Hij weet uit eigen ervaring, doordat hij jarenlang functionerend directeur van het buurtcentrum Eigenwijks was, dat de evaluatie van de effectiviteit van al die welzijnsprojecten door de organisaties zelf gebeurt. Knol vindt dat bespottelijk, ook al maakte hij er zelf indertijd ook dankbaar gebruik van.”

 

Niet alleen de PvdA-kiezers vinden dat de PvdA wel eens wat vaker de straten op mag. Ook ambtenaren hebben zo hun klachten en hopen dat de PvdA behalve op straat ook eens in wandelgangen komt kijken. Neem deze, anonieme, medewerker van een Amsterdams stadsdeel dat jarenlang werd bestuurd door de PvdA:

 

“Een beleidsambtenaar op het stadsdeel die door Ahmed Marcouch was binnen gehaald om het front te versterken, werd in de dagelijkse praktijk geconfronteerd met die erfenis van ‘acht jaar stilstand’. Toen ik deze ambtenaar vroeg wat nou de tastbare prestaties en resultaten waren van de voorgaande colleges, begon de ambtenaar vuur te spuwen: ‘Wat was er zo goed aan Goettsch, de voorganger van Marcouch? De man was waarschijnlijk heel aardig, maar wat heeft hij gepresteerd? Hij was hier wel acht jaar de baas.’

‘Ik heb een gruwelijke hekel aan dit soort bestuurders. Echt Gruwelijk! Er zijn gewoon acht jaar verloren gegaan. De stadsdeelorganisatie had prima voor zijn eigen zaken gezorgd. Werkelijk alles was onder controle, de salarishuishouding, de werkplekken en de betalingsprocedures. Prima geregeld allemaal, maar verder? Er was hier nauwelijks gebouwd en wat er gebouwd was, waren, afgrijselijke dozen. Dan het grootste probleem, die enorme overlast en criminaliteit hier in die wijken.’

‘Waarom werd die al die jaren nooit aangepakt door de politie? Waarom vocht deze bestuurder niet bij de centrale stad voor het vervullen van de vacatures voor buurtregisseurs en politie-agenten? Waarom heeft hij de corporaties nooit achter de broek aangezeten om tempo te maken met de sloop van de Hart Nibbrigstraat en die andere flats? Waarom heeft hij toegekeken terwijl de woningcorporaties die flats vol douwden met vrijwel allemaal Marokkanen en Turken?’

‘Waarom heeft hij toegestaan dat de woningcorporaties geen onderhoud pleegden? Waarom zijn die scholen hier zo godvergeten slecht? Waarom staan de slechtste scholen in de meest verpauperde buurten? Is dat nou een socialist? Er gebeurt niet zo veel als je, zoals bijna alle bestuurders, steeds blijft roepen: ‘Daar ga ik niet over.’ “

 

Nouja dan maar weer terug die straat op. Slotervaart in Amsterdam-West bijvoorbeeld. Wederom met PvdA-veteraan Wim Knol:

 

“‘Op lokale schaal hebben ze in Slotervaart allochtonengetto’s laten ontstaan, is er in feite apartheid geschapen’, stelde de oude sociaaldemocraat Wim Knol die veertig jaar lid was van de PvdA in Slotervaart en al verschillende keren aan het woord kwam in dit verhaal.

‘Dat gebeurde gewoon onder de ogen van die vorige colleges in hun eigen achtertuin. Die ontwikkeling begon inderdaad al eind jaren tachtig, begin jaren negentig van de vorige  eeuw. Ik heb eind jaren tachtig een brandbrief aan B & W van de centrale stad geschreven omdat ik constateerde dat er helemaal geen beleid bestond op dat terrein. We zagen toen al dat het de verkeerde kant opging, maar ik heb nooit antwoord gekregen op die brief. Binnen de PvdA was het jarenlang taboe om over spreidingsbeleid te spreken en dat is eigenlijk nog steeds zo.’

‘Hoe gaat dat in zo’n flat? Er komt een allochtoon wonen, geen bezwaar. Komt er nog één, nog steeds geen punt,’ legde Knol uit. ‘Maar dan wonen er op gegeven moment vier op jouw trap en dan vertrekken die autochtone gezinnen. In hun plaats komen vervolgens alleen maar andere allochtonen. De woningcorporaties hebben dat doelbewust laten gebeuren. Dat proces is echt gestuurd.’

‘Hoe ik dat weet? Kijk maar naar Buitenveldert, op tien minuten fietsen van Slotervaart, waar mijn ouders wonen. Daar staat ook diezelfde sociale woningbouw. Dat zijn echt exact dezelfde flats. Maar dat is een vrijwel volledig blanke Hollandse buurt. Waarom woont daar vrijwel geen Marokkaan of Turk? Hoe valt dat te verklaren?’

‘Dat die concentratiewijken in Slotervaart, Osdorp en Geuzenveld zijn ontstaan komt weer door die verdomde, altijd weer politiek correcte PvdA. We mochten nooit over spreidingsbeleid lullen. Dat is op een drama uitgelopen want met het bouwen van nieuwe appartementen los je het gettoprobleem gewoon niet op. Je krijgt alleen een waterbedeffect. Hun woonsituatie wordt wel beter, maar al die andere problemen nemen ze mee.’

‘Je had hier in Slotervaart vroeger een heel hecht gemeenschaps- en verenigingsleven. Deze wijk heeft decennia lang heel veel kader opgeleverd voor politieke partijen en allerlei sociaal-culturele organisaties. Dat is allemaal totaal verdwenen.’

‘Een flink deel van de Marokkanen in Slotervaart is gewoon racistisch en haat Nederlanders. Dat is toch wel erg moeilijk te pruimen vind ik. Ik hoor het ook van mijn drie kleinkinderen die er nog wel wonen en nu zo rond de twintig zijn. Als zij langs het Calvijn met Junior College fietsen, een vmbo-school die bijna voor honderd procent allochtoon is, worden ze heel vaak uitgescholden. Dat zijn echt geen kleine jongetjes hoor die dat doen. “Je kunt daar eigenlijk niet meer fietsen,” zeggen mijn kleinkinderen. Je wordt gewoon van je fiets getrokken en je krijgt echt van alles naar je hoofd geslingerd. Niet alleen scheldwoorden, maar ook stokken en stenen.’

De Marokkanen vinden dat je als blanke daar niets te zoeken hebt, constateerde Knol. Het is hun wijk. ‘Mijn eigen kinderen, hun ouders dus, zijn absoluut niet racistisch maar zeggen ook: “Dat is toch een zootje puin wat daar op die scholen zit.” Ik vind dat allemaal heel erg om te horen. Ik vind het vreselijk dat mijn wijk zo geworden is.’

‘Dat is dus het drama waar ik het over heb. Tot vijftien jaar geleden was ook Overtoomse Veld een keurige wijk, nu is het in die wijk de grootste bende van heel Slotervaart. Maar loop je vijfhonderd meter door dan zit je weer in een dure buurt met allemaal koopwoningen en een paar minuten verder zit je in bungalowwijk van Wim Kok.’ “

 

Maar hoho mensen, het zijn heus niet alleen seculieren, christen of atheïsten die te weinig rode rozen op straat zien. Ook de moslim raakt nogal eens teleurgesteld in het verheffen van de arbeiderspartij:

 

“Pensionado Jan Mahmoud Beerenhout is ook al zo’n ruim veertig jaar tegen wil en dank kritisch lid van de PvdA en bezit een bijna encyclopedische kennis over de ontwikkeling en geschiedenis van het multiculturele drama in de oude wijken. Hij is waarschijnlijk de eerste Nederlandse moslim van Nederland, ook al behoort hij tot de Ahmadiya-moslims die wereldwijd door veel islamieten als kafirs worden verketterd.

Hij studeerde Arabisch en beweert de koran van kaft tot kaft te kennen, is een fan van Marcouch en in veel opzichten ook net zo’n kleurrijke buitenbeen. Hij werkte zijn leven lang voor de gemeente Amsterdam, jarenlang (onder meer) als ambtenaar bestuurscontacten in de Amsterdamse Dapperbuurt om het ‘overleg’ met buurtbewoners in dit stadsvernieuwingsgebied te organiseren.

Beerenhout was enkele jaren terug uitgenodigd door de huurdersvereniging Heemstedestraat in het oostelijke deel van Slotervaart. ‘In de zaal zaten allemaal PvdA-leden van mijn moeders leeftijd, die een eind in de tachtig is,’ vertelde Beerenhout. ‘In die zaal zag ik tachtig keer mijn moeder zitten. Een groot gevoel van verdriet en mededogen stroomde door mij heen.

Dit is wat ik daar zag: “Deze groep zit in het nauw en wordt niet gezien.” Deze oudjes vertelden hun verhaal soms met tranen in de ogen. In het leven van deze oudjes had zich een enorm negatieve verandering voltrokken. Hun biotoop, hun wereld waar ze zich ooit veilig, gelukkig en thuis voelden, was totaal verdwenen.’ 

“De meerderheid binnen de Amsterdamse en de landelijke PvdA heeft totaal geen oog voor deze oude groep Hollanders, constateerde Beerenhout. ‘Die ziet ze gewoon niet, die kent ze eigenlijk ook niet en als zij ze wel eens tegengekomen op een partijbijeenkomst worden ze afgeschilderd als xenofoben en racisten,’ stelde Beerenhout onomwonden. ‘Binnen die partij bestaat een essentieel gebrek aan belangstelling voor gewone Nederlanders. Tot op de dag van vandaag is dat zo.’ “

 

Dit en veel, veel, veel, veel, veel, veel, veel meer over de PvdA en, uiteraard, vooral over Ahmed Marcouch kunt u lezen in weer zo’n fijn product van TPO Books.

Binnenkort verkrijgbaar in alle digitale kiosken maar daarover later meer.