Longread

De wereld van vluchtelingen vandaag: een doffe hoop ellende

30-09-2014 16:11

Hij droeg een lichtblauw, driedelig pak. De man die rond mij heen drentelde in een vluchtelingenkamp op de grens met Zuid-Soedan. Beleefd knoopte hij een gesprekje aan. We keuvelden rustig. Hij vertelde dat hij uit Burundi kwam, gevlucht vanwege de politieke problemen daar. Onderweg was hij zijn echtgenote kwijt geraakt , en ook de rest van zijn gezin. Alleen zijn jonge zoontje had hij nog bij zich. En toen viel ineens mijn oog op een kind dat in de schaduw van een tentflap op een matje op de grond lag. De zoon.

Het kind klapte van de koorts. Ik vroeg onthutst waarom de man niet met zijn zoon in het ziekenhuis was. Daar kwam hij net vandaan, antwoordde de vader. Hij had de hele dag gewacht op zijn beurt, maar toen het einde van de eindeloze rij wachtenden in zicht kwam, was het bijna tijd voor de voedseldistributie in het kamp. Als je het uitdelen van eten mist, legde de man uit, kreeg je niks meer tot de volgende distributie. En dus sjorde hij de jongen op zijn rug, en liep in de verzengende hitte terug naar het kamp , om uiteindelijk daar tóch te laat aan te komen. Ontredderd vroeg ik waarom de man de jongen niet met een nat doekje wat probeerde af te koelen. Het kind was zó ziek. Wanhopig strekte hij zijn armen, wees op zijn lichtblauwe pak en vroeg: “Waarmee dan? Dit is alle stof die ik heb mevrouw.”

Islamitische Staat…

Terwijl u dit leest zoeken, volgens de ene instantie 200.000 en volgens de andere 50.000, mensen wanhopig naar een veilig heenkomen in Turkije, terwijl extremistische strijders van de Islamitische Staat in het noorden van Syrië dood en verderf zaaien. In het noorden van Irak raakten alleen al tussen 3 en 8 augustus 200.000 mensen op drift vanwege aanvallen van diezelfde IS op dorpen van minderheden als Yezidi’s, Turkmenen en Christenen . Een groot aantal vrouwen en meisjes werd door IS meegenomen en ik las op internet dat diezelfde burgers uit Irak nu in Syrië ingezet worden als menselijk schild tegen de luchtaanvallen van de Amerikaanse coalitie op de Islamitische Staat.

…maar ook Afrika

In de Centraal Afrikaanse Republiek zijn zo’n 500.000 burgers, die toch al niks hadden en gemiddeld niet ouder worden dan 50,5 jaar, op de vlucht voor onvoorstelbaar wreed geweld zowel van moslim-milities Seleka, als christelijke zelfverdedigingsmilities met de prozaïsche naam anti balaka, oftewel anti- bal – aka, tegen de kogel van de AK 47. In Zuid-Soedan zijn ook bijna 2 miljoen mensen van huis en haard verjaagd door het geweld tussen de Dinka, loyaal aan president Kiir en de Nuer, gelieerd aan voormalig vice president Machar. Misschien hebt u de beelden gezien van de vluchtelingen in kampen, tot hun enkels in het water.

Vluchtelingen

Level 3 crises

De crisis in Syrië , de burgeroorlog in CAR en het geweld in Zuid-Soedan zijn door de Verenigde Naties alle drie bestempeld tot Level 3 crisis. De crises met de meeste sterren, de ergste in hun soort, vragen om een grote inzet van de Verenigde Naties en de humanitaire organisaties, en om heel veel geld. Het is volgens mij nooit vertoond dat we drie van zulke crises tegelijkertijd hadden.

Ebola

Gaza en Oekraïne kregen dan weliswaar geen drie sterren, maar de crises in die landen kunnen u ook niet ontgaan zijn. En in januari volgend jaar zullen, volgens een gerenommeerd Amerikaans instituut, 1,3 miljoen mensen besmet zijn met ebola. Ook dat nog. De helft van hen zal naar verwachting de ziekte niet overleven. Ondertussen , in het geweld van al deze crises, bereiken berichten over burgeroorlogen en vooral de gevolgen daarvan in Congo, Pakistan, Afghanistan, Somalië, Kenia, Myanmar, Nigeria, Soedan en andere gebieden in conflict, ons nog maar nauwelijks, of helemaal niet.

In juni van dit jaar meldde UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, dat het historische aantal van meer dan 50 miljoen vluchtelingen en ontheemden (vluchtelingen die binnen de eigen landsgrenzen op de vlucht zijn) in 2013 bereikt is. Zoveel vluchtelingen telde de wereld niet sinds de Tweede Wereldoorlog.

Het ontstaan van Stichting Vluchteling

Wij van Stichting Vluchteling zijn ontstaan als direct gevolg van die Tweede Wereldoorlog. Verzetshelden Gerrit Jan van Heuven Goedhart en Cees Brouwer stonden aan onze wieg . Gerrit Jan van Heuven Goedhart: journalist in dienst van de Telegraaf, weigerde een artikel te plaatsen waarin Hitler als groot staatsman omschreven werd. Later werd onder de leiding van Van Heuven Goedhart , het Utrechts Nieuwsblad het meest uitgesproken anti- nationaal-socialistisch blad onder de kranten. Na zijn ontslag bij deze krant , ook hier wegens anti – Duitse sentimenten, meldde Van Heuven Goedhart zich als lid van de Grebbe-commissie. Eerst vanuit Scherpenzeel en later hier in Wageningen, brengt Van Heuven Goedhart de nood van de slachtoffers van de oorlog in kaart. Met de commissie als dekmantel voor de illegaliteit , worden gegevens en nieuws van verzetsgroepen uitgewisseld. Van Heuven Goedhart is vanaf 1942 ook intensief betrokken bij het Parool, een illegale oo rlog s krant. Van Heuven Goedhart wordt een van de meest gezochte personen in Nederland. Op zijn hoofd staat een flinke prijs. Van Heuven Goedhart vlucht uiteindelijk in 1944 naar Londen, waar hij, een vluchteling dus, minister van Justitie wordt in het Kabinet-Gerbrandy.

‘Publieke bedelaar nummer één’

Heuven Goedhart

Van Heuven Goedhart

Na de oorlog, in 1950, wordt Van Heuven Goedhart Hoge Commissaris voor Vluchtelingen in Genève. Hij is nauw betrokken bij het ontstaan van het vluchtelingenverdrag, tot vandaag de dag de toetssteen voor asielverzoeken en de basis voor de bescherming van vluchtelingen wereldwijd . Bij UNHCR ziet Van Heuven Goedhart zich geconfronteerd met grote financiële tekorten voor de zorg voor vluchtelingen en ontwikkelt hij zich tot ‘Publieke bedelaar nummer één’. Dat bedelen doet Van Heuven Goedhart samen met zijn vriend uit het verzet, Mr. Cees Brouwer.

Brouwer was lid van de Albrecht-groep , die tijdens de oorlog achter de vijandelijke Duitse linies informatie verzamelde voor de geallieerde troepen. Voor dit werk werd Cees Brouwer na de oorlog gedecoreerd met de militaire Willemsorde. Samen met Van Heuven Goedhart, en gebruik makend van hun brede netwerken uit de oorlog , brachten zij geld bij elkaar om vluchtelingen te kunnen helpen. Brouwer richtte de voorloper van Stichting Vluchteling op en bleef tot in 1991 de voorzitter van het bestuur. Hij schreef voorafgaand aan de bestuursvergadering de notulen alvast, gaat het gerucht.

Toen en nu

Van Heuven Goedhart had als taak om ‘een permanente oplossing van het vluchtelingenprobleem te realiseren. Alle vluchtelingenkampen moesten gesloten worden en de UNHCR caseload van 70.000 bewoners van die kampen moest terug naar huis , geïntegreerd worden in het land van opvang, of hervestiging aangeboden krijgen in een ander, derde, land.

Dat was 1955, toen deze doelstelling geformuleerd werd in het 16 miljoen dollar kostende vierjarenplan van de UNHCR. Nu , in 2014, vraagt UNHCR regeringen een jaarbudget bijeen te brengen van 5,3 miljard dollar, zijn er 51,2 miljoen vluchtelingen en ontheemden, in tal van vluchtelingenkampen en urbane settings, is het onderscheid tussen vluchtelingen en kansloze burgers van straatarme landen lang niet altijd evident en ziet het er niet naar uit dat de wereld op korte termijn rustiger zal worden.

Trends

Een aantal grote trends verklaart het stijgende aantal vluchtelingen. De bevolkingsgroei in met name Afrikaanse landen; de trek naar de steden; al dan niet dreigende voedsel -, energie- en watertekorten en klimaatverandering doen conflicten ontvlammen. De redenen voor mensen om te vluchten zijn veel ingewikkelder geworden dan voorzien kon worden toen Van Heuven Goedhart in 1951 aan de vluchtelingenconventie van Genève werkte. Het verschil tussen vluchtelingen en migranten, vrijwillige en onvrijwillige bevolkingsverplaatsingen vervaagt steeds meer.

Onder de 51,2 miljoen vluchtelingen die UNHCR telde, zijn ruim 33 miljoen ontheemden, mensen die binnen de eigen landsgrenzen op de vlucht zijn en niet onder de conventie van Genève vallen. Hulpverlening aan ontheemden is per definitie moeilijker dan die aan vluchtelingen. Niet zelden, eigenlijk vrijwel altijd, is de eigen overheid, onder wiens verantwoordelijkheid ontheemden vallen, mede-veroorzaker van de vluchtelingenstroom. Denk aan Soedan, die de Janjaweed milities bewapende en aanzette tot plunderen, brandstichten en moorden in Darfur in 2004 en daarna. Of aan Syrië vandaag de dag.

Vluchtelingenkampen in de praktijk

Een vluchtelingenkamp, waar traditioneel de meeste ontheemden en vluchtelingen in terecht komen, is een slechte plek om te wonen. Crises duren lang, het lijkt wel steeds langer zelfs, jaren, en soms zelfs decennia zitten vluchtelingen in kampen. Jaren, of decennia, waarin het leven bevroren is. Hele generaties Birmese kinderen werden in de kampen op de grens in Thailand geboren, hetzelfde geldt voor de Bhutanese vluchtelingen in het oosten van Nepal en Tibetanen in India, maar ook ontheemden in Soedan, Congo en Somalië wonen al vele jaren ver van huis.

Syrische vluchtelingen Irak

Vluchtelingen worden in leven gehouden, krijgen voedsel, water, een dak boven hun hoofd en gezondheidszorg. Kinderen kunnen basis-onderwijs volgen en dan is er niets meer. Geen toekomst, geen zinvolle dagbesteding, geen groei, geen perspectief. In de kampen is er wel onveiligheid, vrijwel altijd seksueel geweld op grote schaal, frustratie, trauma en uitzichtloosheid. Pubers hangen eindeloos verveeld rond, voor hen is er geen enkel perspectief.

Kenia

Ik was in Kakuma-kam, in Kenia en werd geholpen met vertalingen door een spontaan naar ons toegekomen man. Hij was samen met zijn zoontje, een jaar of 12, en vertelde dat hij naar een mogelijkheid zocht om hem een opleiding te laten volgen . Ze woonden al jaren in het kamp . Halverwege ons gesprek werd ik afgeleid door mijn groepsgenoten. Uit een ooghoek zag ik de man, en zijn zoontje weglopen. Ik haastte me om hem gedag te zeggen en te danken voor zijn hulp. De ogen van de man stonden dof . “We konden net zo goed dood zijn”, zei hij, en liep met gebogen hoofd weg met zijn kind aan de hand .

Het is niet zo gek dat vluchtelingen vandaag de dag steeds vaker ervoor kiezen om naar de stad te trekken. Meer dan de helft van het aantal vluchtelingen woont nu in steden, in de hoop daar werk te vinden, en daarmee een mogelijkheid een zelfstandig bestaan op te bouwen. In die steden, meestal in de sloppenwijken, zien vluchtelingen zich weer geconfronteerd met heel andere problemen. Moeilijk bereikbaar voor de hulpverlening, want verspreid over de steden, zijn deze mensen een makkelijke prooi. Vaak zijn ze illegaal, zonder papieren en zonder rechten. Syrische vluchtelingen die werken in de bouw, de hotels of de fabrieken in Irak, worden slecht betaald en kennen barre arbeidsvoorwaarden. Klagen durven ze niet, voor hén staat een lange rij collega-vluchtelingen klaar die hun werk, mét slechte voorwaarden, met liefde overneemt.

Urbane setting versus vluchtelingenkamp

VluchtelingenDe hulpverlening aan mensen in een urbane setting, het behoeft geen betoog, moet anders dan de hulp aan mensen in een vluchtelingenkamp. Wat moet je met een tent als je een kamertje hebt weten te huren? En een waterput is ook niet handig als er gewoon stromend water in de wijk is, maar daar wel voor betaald moet worden. In dit soort omgevingen is het vaak handiger om te werken met hulp op cash basis. Je geeft vluchtelingen een soort creditkaart waarmee ze zelf kunnen besluiten wat ze kopen, in plaats van een jerrycan en een matras.

Maar dan, wat is het verschil nog tussen een vluchteling in een sloppenwijk in Nairobi, en zijn vaak even berooide buren? De een heeft nog een sociale structuur waarin hij of zij op steun en bescherming kan vertrouwen, en wellicht papieren die zijn of haar bestaan bewijzen , maar veel verder gaan de verschillen vaak niet. In de propvolle boten die we de Middellandse Zee over zien komen, zoeken vluchtelingen uit oorlogslanden als Eritrea of Syrië gebroederlijk samen met burgers uit straatarme Afrikaanse landen als Tsjaad of Ivoorkust een betere toekomst voor zichzelf, en hun kinderen. Dit jaar klopten al 16.500 asielzoekenden aan de poorten van Nederland. Over heel 2013 waren er dat iets meer dan 14.000, in 2012 minder dan 10.000. Het ziet er niet naar uit dat de stroom mensen die een betere toekomst komt zoeken in ons of een ander Westers land, kleiner zal worden de komende jaren. Integendeel!

Hoe destabiliserend zijn vluchtelingen?

Deze vrijdag betrokken vluchtelingen een sporthal in Zwolle. Zo’n 2.000 mensen kunnen in de sporthal ondergebracht worden. Dat is de eerste noodopvang die geopend wordt, ik hoorde op de radio dat ondertussen onderhandeld wordt met burgemeesters van andere steden over nieuwe noodopvanglocaties. Wij mogen vinden dat die grote toestroom aan vluchtelingen in ons land, destabiliserend is. Denkt u zich eens in dat Libanon zelf 4,5 miljoen inwoners heeft en inmiddels 1,2 miljoen Syrische vluchtelingen opvangt . Zodra wij in Nederland 4,2 miljoen vluchtelingen opvangen, bevinden we ons in een vergelijkbare situatie.

Vluchtelingen arriveren vrijdag in Zwolle

Vluchtelingen arriveren vrijdag in Zwolle

In Noord-Irak zijn de huren in prijs verdubbeld de afgelopen maanden en kunnen de kinderen in Koerdistan niet naar school omdat de schoolgebouwen bomvol zitten met Yezidi’s, christenen of Turkmeense vluchtelingen. In de Keniaanse hoofdstad Nairobi vonden diverse aanslagen plaats de afgelopen jaren, vrijwel allemaal beraamd, voorbereid en uitgevoerd door vluchtelingen uit buurland Somalië. In Tsjaad zijn de afgelopen periode tienduizenden vluchtelingen uit de Centraal Afrikaanse Republiek binnengekomen terwijl burgers uit Tsjaad zélf proberen de armoede van hun land te ontvluchten.

Onderscheid vluchteling en migrant vervaagt

Het onderscheid tussen een vluchteling, vallend onder het verdrag van Genève die dus het récht heeft op bescherming in ons land, en een migrant uit een doorsnee verarmd Afrikaans land, kansloos en vaak blootstaand aan tal van bedreigingen, wordt steeds minder duidelijk. We juichen over de inderdaad mooie economische groeipercentages van sommige Afrikaanse landen, bijvoorbeeld in Oeganda, maar vergeten te kijken naar de bevolkingsgroei, vaak opmerkelijk veel hoger dan de economische groei. Per saldo wordt de bevolking van zo’n land dan ook niet rijker, maar armer, alleen al omdat meer geld met veel meer mensen gedeeld moet worden, maar ook omdat op het verdelingsvraagstuk in veel groeilanden als Oeganda, nog lang geen antwoord gevonden is. Rijk is vaak schandalig rijk, arm verbijsterend arm.

Als je het over vluchtelingen hebt, zit je per definitie in politiek vaarwater. Steun aan de ene of de andere groep mensen in een conflict, kan ook als een politiek statement gezien worden, met weer alle gevolgen van dien. En mensen raken op de drift, juist door gemaakte politieke keuzes. Deels ligt hier ook de verklaring waarom het zoveel lastiger is geld bij elkaar te krijgen voor de hulp aan vluchtelingen, dan bijvoorbeeld voor de hulp aan kinderen.

Financiering

Niet alleen Van Heuven Goedhart zag zich na de Tweede Wereldoorlog geconfronteerd met grote financiële problemen. Vandaag de dag is minder dan de helft van het geld beschikbaar dat nodig is om de slachtoffers van het conflict in Syrië te helpen. Heel concreet resulteert het tekort aan middelen voor deze crisis in een beperking van de voedselpakketten die mensen in Syrië krijgen. Ze krijg en nu nog 60 procent van de voedingswaarde die minimaal nodig is. Voor de Centraal Afrikaanse Republiek liggen de cijfers nóg dramatischer.

Harun is een jonge man, uit het dorpje Liwa, een kilometer of 10 van Bambari in het oosten van de Centraal Afrikaanse Republiek. Op 23 juni, nog maar drie maanden geleden, is Liwa tot het laatste huis afgebrand. “Wij kunnen maar niet begrijpen wat ons is overkomen”, vertelt Harun. “Ze kwamen om 4 uur ’s nachts. We sliepen nog. Ik was in mijn onderbroek. Ze waren minstens met 40 mannen, anti balaka, met amuletten, en pruiken of rode doeken rond hun hoofd. Alle huizen werden in brand gestoken, 18 dorpelingen zijn vermoord, 10 mensen verdwenen, 9 mensen in hun huis verbrand, zelfs baby’s’.” Een jonge vrouw met een kleine baby op haar rug huilde. Dikke tranen rolden over haar wangen. “Ze was hoogzwanger toen de anti balaka kwamen’, legt Harun uit. “Haar man werd voor haar ogen in stukken gehakt, hij redde haar leven , de baby werd na haar vlucht geboren. 89 kinderen hier in de wijk verloren hun vader, op 23 juni in Liwa.”

IIrak Domiz serie IRC

Beschermers blijken soms daders

VN-vredesmissies falen in vrijwel alle landen waar ze worden ingezet. Natuurlijk draagt het VN – leger in Congo, het grootste dat we kennen met zijn ruim 20.000 troepen, bij aan een stukje orde en veiligheid, maar grosso modo gaat het conflict gewoon dóór. Het nieuwe VN – leger in de Centraal Afrikaanse Republiek, dat 15 september van start ging, moet de vrede herstellen in een land zonder wegen . Wij deden over 80 km ruim 4 uur . Minusca heeft de beschikking over dezelfde militairen en middelen die voorheen onder de Afrikaanse vredesmacht Misca vielen en geen deuk in een pakje boter konden slaan. Ik sprak een van de bevelhebbers van Misca aan het front, in zijn ontvangstruimte ín een vluchtelingenkamp tjokvol kratten bier en flessen sterke drank. Deze zelfde Misca vredesmilitairen maken zich ’s nachts schuldig aan seksueel geweld. De mannen dus die geacht werden de vluchtelingen te beschermen waren hier de daders.

Solidariteit van rijk met arm is noodzakelijker dan ooit

Ik schets u in een sneltreinvaart een paar aspecten van een complexe zware problematiek waar niet 1 2- 3 een oplossing voor bestaat. Het realistische beeld van armoede, oorlog en vluchtelingen is oncomfortabel maar het is wel noodzakelijk die realiteit onder ogen te zien en te blijven zoeken naar oplossingen. Solidariteit van rijk met arm is noodzakelijker dan ooit, niet alleen uit medemenselijkheid, maar ook om verdere destabilisatie van onze wereldgemeenschap te voorkomen.

Ik sluit af met Van Heuven Goedhart, zijn woorden hebben aan actualiteit niets ingeboet:

“Er bestaat geen vrede in deze wereld zolang er nog honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen buiten hun schuld, maar alleen omdat ze hebben willen opgeven wat ze bezaten omwille van wat ze geloven, verblijven in kampen, onder ellendige omstandigheden en in de grootst mogelijke onzekerheid over hun toekomst. En als we te lang wachten zullen deze ontwortelden een gemakkelijke prooi zijn voor politiek avonturiers, onder wie de wereld nu al meer dan genoeg geleden heeft.”

Dit artikel is een bewerking van de tekst die Tineke Ceelen afgelopen vrijdag uitsprak op het symposium  “Vluchtelingenhulp: een humanitaire verplichting omgeven met dilemma’s” georganiseerd door Stichting Wageningen45.