Stemwijzerstress

21-05-2014 15:39

Het is ingewikkeld een EU-stemwijzer in te vullen door de jargonistische en technische vragen. Maar het is ook beslist niet makkelijk om zo’n kieswijzer te ontwerpen. Inhoudelijke vragen zijn al gauw te abstract en ingewikkeld. En hoe behoud je je neutraliteit in de vraagstelling? Niet, zo moeten wij concluderen. In veel van de stellingen ligt één antwoord meer voor de hand dan het andere. Dus de kiezer lijkt er nog een belangrijke keuze bij te krijgen: is de keuze van je stemwijzer bepalend voor het standpunt waar je mee eindigt?

Neutraal zijn is vrijwel onmogelijk

Over de EU gaat het eigenlijk alleen als er verkiezingen zijn. De instellingen, de modus operandi en de bestuurders; we kennen ze maar nauwelijks. Het is dus behoorlijk lastig om tot een gefundeerde mening te komen. Of niet? Uit onderzoek blijkt dat hoe minder we weten, hoe makkelijker we het in een samenhangend verhaal persen. Psycholoog Kahneman noemt dat ‘what you see is all there is’. Zolang een verhaal consistent is vullen we gaten gewoon in. Hoe lager het kennisniveau, hoe gevoeliger we zijn voor onbewuste associaties en retoriek. Terug naar de kieswijzers. Veel kiezers varen blind op wat de stellingen beweren en dat heeft forse consequenties. En dat merk je als je de stellingen van diverse wijzers naast elkaar zet. Bij veel stellingen is één antwoord gevoelsmatig veel voor de hand liggender dan het ander.

Alle kieswijzers hebben last van bias

Neem de volgende stelling: ‘De EU moet haar veiligheids- en defensiebeleid versterken (EUandI)’. Veiligheid is een belangrijke waarde die positieve gevoelens oproept. Natúúrlijk moet je investeren in veiligheid. Zeker met de recente ontwikkelingen in Oekraïne en Rusland. De StemWijzer maakt het concreter: ‘Er moet een Europees leger komen’. Het is de vraag of dat concretere leger wel een gevoel van veiligheid oproept, of eerder een gevoel van verspilling. We hebben toch al een leger? Wat moet dat dan kosten?

Of deze: ‘De Europese bewaarplicht voor telefoon- en internetgegevens moet onmiddellijk worden afgeschaft’, zegt de StemWijzer. Het gaat niet in op het waarom, in tegenstelling tot hoe het KiesKompas het schetst: ‘Om misdaad te bestrijden, mag de privacy van burgers worden beperkt’. Misdaad bestrijden klinkt goed en belangrijk. Dus voor het grotere goed kunnen dan best een klein offer brengen, lijkt het te suggereren.

Nog eentje dan: ‘In haar buitenlands beleid moet de EU met één stem spreken’ (EUandI). Dat klinkt strak gecoördineerd in onze positie ten opzichte van andere machtsblokken als Rusland en de VS. Maar dan KiesKompas: ‘Er moet een gemeenschappelijk buitenlands EU-beleid komen, ook als de zelfstandigheid van Nederland daardoor wordt beperkt’. Dit triggert direct het negatieve frame van verlies van autonomie. Straks hebben we niks meer over ons eigen land te zeggen.

Veel stellingen appelleren aan onze behoefte aan het vermijden van verlies en het afstand nemen van dingen die vervelende associaties oproepen (zoals subsidie en belasting). Overigens wisselen de diverse stemwijzers het perspectief in hun bewoording. Maar of het genoeg is valt te betwijfelen. Het ligt er dus maar net aan welke vraagstelling je krijgt of je brein het zonnig of bewolkt inziet.

Moeten we last hebben van kieswijzerkeuzestress?

Ja wel een beetje, want elke stelling is beladen met associaties. Je kunt als zwevende kiezer meerdere kieswijzers kunnen doen om het effect te verminderen. Maar dat kost moeite en dat is al gauw te veel. De ontwerpers kunnen ook wat repareren. Dat gebeurt bij een aantal kieswijzers: je kunt de toelichting van de partijen lezen, waarin je diverse perspectieven tegenkomt. Je zou stellingen in verschillende bewoordingen kunnen aanbieden in één kieswijzer. Maar dat is niet levensvatbaar, want wie heeft puf voor een kieswijzer met 60 stellingen? Een kieswijzer voor kieswijzers is zo meta dat het belachelijk wordt. Dus er zit eigenlijk maar één ding op: accepteren. Met je keuze voor je kieswijzer wordt de keuze in het stemhokje alvast een beetje voorgesorteerd.

Over de auteurs: Sarah Gagestein is taalstrateeg gespecialiseerd in framing en schreef het boek Denk niet aan een roze olifant. Sibel Sukan is taalspecialist en studeert deze zomer af op een master Retorica en Argumentatie.