Interview

D66-lijsttrekker Sophie in ’t Veld: ‘De hele discussie over meer of minder Europa is flauwekul’

16-05-2014 13:06

“Voor ik Europarlementariër werd werkte ik al tien jaar in de Europese politiek,” vertelt D66-lijsttrekker Sophie in ’t Veld. Ze kan als een van de weinige kandidaten de ontwikkeling van het Europees Parlement schetsen. In ‘t Veld is een van de langst zittende Nederlandse Europarlementariërs en voor de derde keer Europees lijsttrekker: “Ik heb het Europees Parlement zien evolueren sinds 1994. Het Parlement nu is totaal anders dan toen. Het is een echte politieke arena geworden met politieke gevechten en meningsverschillen.”

“De hele discussie over meer of minder Europa is flauwekul.”

“Het Europees Parlement is veel zelfbewuster geworden en zoekt vaker de confrontatie met de raad (Europees wetgever, bestaande uit ministers uit de lidstaten, CA) en met de commissie (uitvoerend orgaan van de EU, CA). Vroeger was het parlement het altijd wel eens met de commissie. Nu zie je dat er voortdurend confrontaties zijn, bijvoorbeeld over alle nieuwe wetgeving die voor de eurozone is gemaakt. Daarover is met name met de raad een enorme clash geweest.” Chris Aalberts sprak In ’t Veld over de Europese D66-agenda.

Er is de laatste tijd veel kritiek op Europa. Velen vinden dat er te veel Europa is.

“De hele discussie over meer of minder Europa is flauwekul. Kijk wat er in de eurozone is gebeurd. De euro stond onder druk en moest gered worden. Er zijn een heleboel maatregelen genomen om meer dingen op Europees niveau te gaan doen. Dat is meer Europa, maar dan intergouvernementeel: regeringsleiders beslissen samen achter gesloten deuren. Dat is niet het soort Europa wat ik wil.

“Als regeringsleiders of ministers achter gesloten deuren overleggen hebben we geen idee wat daar wordt besproken. De enige manier waarop ze tot consensus kunnen komen is door koehandel. Je kunt ze niet ter verantwoording roepen en je weet ook niet of jouw belangen daar behartigd worden. Ik wil meer democratische controle.”

In de publieke opinie wil D66 vooral ‘heel veel Europa’.

“Wij hebben afgelopen jaar tegen veel dingen gestemd waar die zogenaamde eurokritische partijen voor hebben gestemd. Bij een van de laatste stemmingen ging het over ‘gastronomisch erfgoed’. Eigenlijk ging dat over geld voor Franse wijnboeren of iets dergelijks. Het CDA stemt daar voor en heeft dat ook nog verdedigd. Zij zeggen dat Europa zich met kerntaken moet bezighouden, maar steunen dit wel.

“Wij hebben tegen de zevenjaarsbegroting gestemd. Die begroting is een absurditeit waar de communisten hun vingers bij zouden aflikken. De begroting ligt zeven jaar vast. Bovendien wordt het geld aan alle prioriteiten van de vorige eeuw uitgegeven. Rutte zet met zijn ploeg in op het terughalen van een miljard. Die miljard heeft hij nu, maar er gaat nog steeds 55 miljard per jaar naar landbouw.”

Wat willen jullie Europees doen en wat niet?

“Waar die scheiding ligt komt voort uit de uitdagingen die zich aandienen. Op een gegeven moment wordt er bij een onderwerp gezegd dat het nationaal niet lukt en dan gaan we dat Europees doen. Wat ons onderscheidt van anderen is: hoe ga je dat doen? Doen we dat op de ouderwetse manier met regeringsleiders achter gesloten deuren of op een moderne manier in een politieke unie met openbare parlementaire besluitvorming? Het gaat ons er niet om dat het per se Europees moet, maar als het Europees gebeurt, dan moet het op een democratische manier gebeuren. Heel actueel zijn energiebeleid, buitenlands beleid en defensie. Je kunt ervoor kiezen om dat nationaal te doen, maar je zult in veel gevallen merken dat dat niet erg effectief is.”

Maar jullie hebben wel degelijk de wens om veel zaken Europees op te pakken. Samenwerking komt niet uit de lucht vallen.

“Je kunt de vraag ook andersom stellen. We hebben een Europa met open grenzen. Criminelen profiteren daarvan. Je zou toch denken dat je die met zijn allen wilt bestrijden. Ik hoor minister Opstelten zeggen dat er op de Europese samenwerking op het gebied van veiligheid een moratorium moet komen. Ik hoor de kurk al knallen bij de maffia. Op dat terrein is de afgelopen jaren heel weinig vooruitgang geboekt. Je kunt er inderdaad voor kiezen het nationaal te doen, maar de enigen die daarvan profiteren zijn criminelen.

“Ze zeggen dan: je kunt toch samenwerken? Neem bijvoorbeeld de politie in Boxtel. Die hebben te maken met mensenhandel en moeten gaan bellen met Hongarije, Roemenië en Spanje. Dat gaat ook over mensen als Robert M. (veroordeeld in grootschalige zedenzaak, CA) die eerst in Litouwen is veroordeeld, daarna in Duitsland met Justitie in de problemen kwam en vervolgens in Nederland aan het werk kon.”

Zijn er zaken die van D66 nooit naar Europees niveau mogen gaan?

“Dit zijn politieke keuzes en die zijn niet blind ideologisch. Heel veel zaken zijn niet of-of maar en-en. Als je begint over de pensioenen beginnen CDA-ers Pieter Omtzigt en Esther de Lange in koor te roepen dat Europa daar met zijn tengels vanaf moet blijven. Daar ben ik het helemaal mee eens, maar dat is helemaal niet aan de orde.

“In een democratie verlies je weleens. Dat is balen, hé? You win some, you loose some.”

“Het pensioenstelsel regel je gewoon nationaal. Pensioenstelsels hebben natuurlijk wel invloed op de staatsfinanciën. Dus je mag van elkaar eisen dat hoe je je nationale stelsel ook inricht, dat het aan een aantal eisen voldoet van houdbaarheid, dat de pensioenen betaalbaar blijven, dat de schatkist niet hoeft bij te springen. Als een land zegt: wij gaan met ons 45ste met pensioen en we zien wel hoe we dat betalen, dan ontstaan er problemen en mogen andere landen bijspringen. Dat is niet de bedoeling. Daarom hebben we met elkaar in de eurozone afgesproken dat onze pensioenstelsels solide zijn. Daar mag je elkaar op aanspreken. Verder ga je als land zelf over hoe je het stelsel inricht.”

Dit gaat dus over dwang. Landen moeten iets doen terwijl de bevolking er misschien wel tegen is.

“Je moet dingen goed doen of niet doen. Europa hangt van compromissen aan elkaar. Dat is fantastisch. Als je kijkt naar de historie, dan zijn compromissen geweldig. In een democratie verlies je weleens. Dat is balen, hé? You win some, you loose some. En we winnen als Nederland vrij veel. En landen hebben geen mening: er zijn hooguit meerderheidsstandpunten. Het is ook een beetje kinderachtig om te zeggen dat we alleen meedoen aan het deel wat ons bevalt en niet aan de rest. Zo werkt het nergens. In een voetbalteam vinden we het ook gewoon om regels te hebben en vinden we het geen schande dat een scheidsrechter die regels ook hanteert.”

Er zijn veel veto’s afgeschaft en dus kunnen andere landen beslissingen doordrukken die tegen de wens van de bevolking ingaan.

“Iedereen kan begrijpen dat je een keer voor een heel principieel punt je veto inzet. Bij de tweede keer gaat het ook wel, maar de derde keer ben je een dwarsligger geworden. Van 28 lidstaten is er altijd wel een die een veto wil uitspreken. Die veto’s zouden betekenen dat je effectief niets meer kunt besluiten. Dan gebeurt er dus helemaal niks meer. Iedereen heeft er dus belang bij dat veto’s niet worden ingezet.”

Landen kunnen ook onderling bij een onderwerp samenwerken. Dan hoeven landen die daar geen zin in hebben niet mee te doen.

“Ik ben daar geen voorstander van omdat het weer leidt tot minder democratische controle en minder grip. Deze ideeën zijn allemaal gebaseerd op de grote illusie dat nationale parlementen effectief controle kunnen uitoefenen op Europese besluiten.

“Bij Europol (Europees samenwerkingsverband op het terrein van opsporing, CA) moest een nieuw statuut komen. Het Europees Parlement wilde dat samen doen met de nationale parlementen. We hebben een zitting georganiseerd waarin we dat met nationale parlementariërs zouden gaan regelen. Er zijn wel 45 parlementaire kamers in alle lidstaten samen. Bij die zitting zaten zeven backbenchers. Dat dat niet functioneert is ook niet zo gek want nationale parlementariërs hebben iets anders te doen: hun nationale regering controleren.

“Politici schatten Nederlandse burgers veel eurosceptischer en argwanender in dan ze zijn.”

“Als er Europese besluiten worden genomen, oefent het Europees Parlement controle uit, terwijl bij nationale besluiten het nationale parlement dat doet. Dit soort discussies komen voort uit argwaan. Misschien is het tijd voor een omslag dat we weer vertrouwen hebben in onszelf en in de toekomst. We hebben grote uitdagingen: Poetin en de Oekraïne, energiebeleid, veiligheid en onze eigen economie weer op de rails krijgen.”

Maar willen burgers al die Europese oplossingen wel?

“Politici schatten Nederlandse burgers veel eurosceptischer en argwanender in dan ze zijn. We hebben dat laten onderzoeken. 88 procent van de Nederlanders wil een gezamenlijk Europees energiebeleid inclusief verduurzaming. Onder PVV-ers: 70 procent. Eurovijandigheid is vaak heel abstract. Bij concrete thema’s zeggen mensen juist dat we dat samen moeten doen. Ik kom weinig mensen tegen die zeggen dat het nu top gaat in Europa. Het antwoord van de PVV is: laten we ermee ophouden. Wij zeggen dat we Europa nodig hebben maar dat het zoals het nu gaat niet langer kan. We moeten radicaal hervormen.”

Als je D66 stemt, stem je eigenlijk op de liberale ALDE-fractie. Daar zit ook de VVD in. Maakt het dan wel uit of je D66 of VVD stemt?

“Dat is een reële keuze. Je versterkt de liberale fractie want we zijn beide lid van de liberale familie. Maar het is heel duidelijk dat bij het democratiseren van de Europese Unie D66 op een heel ander spoor zit dan de VVD. Toen ik in 1994 als medewerker begon was de fractie veel rechtser dan nu. De ALDE-fractie is in de loop der jaren enorm opgeschoven in de richting van D66.”

Chris Aalberts sprak Sophie in ’t Veld in Restaurant Deja Vu in Hilversum. Dit interview is geautoriseerd.