Ahmed Marcouch, een politieke biografie

05-03-2014 14:01

dossier_marcouch_530

Al vanaf begin jaren tachtig trokken Nederlanders weg uit een reeks buurten in West, Nieuw-West, Amsterdam Zuidoost (de voormalige Bijlmermeer) en ontstonden geleidelijk aan de concentratiewijken. Dat proces van segregatie kwam vanaf begin jaren negentig in een stroomversnelling doordat de woningcorporaties in de afgelopen vijftien jaar blijkbaar doelbewust een concentratie van allochtonen nastreefden in de sociale woningbouwflats in Slotervaart, Geuzenveld en Osdorp in Nieuw-West en ook in grote delen van Amsterdam-Zuidoost, waar je hele wijken hebt waar alleen Surinamers, Antillianen en Afrikanen wonen. 

‘Autochtone Nederlanders hebben over het algemeen niets tegen Marokkanen en andere allochtonen die het goed doen en zich gedragen, ook de meeste PVV-aanhangers niet’

Het beeld is altijd heel lokaal. In Slotervaart zijn er buurten die heel welvarend zijn, waar overwegend Hollanders en middenklasse-allochtonen wonen met een modaal of bovengemiddeld inkomen, maar als je tien minuten verder loopt tref je buurten aan waar tachtig tot negentig procent allochtoon is. In de Pijp in Amsterdam-Zuid heb je bijvoorbeeld de Sarphatipark-buurt die overwegend blank en welvarend is, maar op ruim vijf minuten lopen ligt de Diamantbuurt waar in een groot deel van de buurt een hoge concentratie Marokkanen zit. Het zijn gescheiden werelden die elkaar nauwelijks raken.

Segregatie

‘Autochtone Nederlanders hebben over het algemeen niets tegen Marokkanen en andere allochtonen die het goed doen en zich gedragen, ook de meeste PVV-aanhangers niet’, zal Marcouch verderop in dit boek constateren. ‘Zij zijn alleen de criminaliteit en overlast van een grote groep allochtone jongens enorm beu. Dat heeft helemaal niets met racisme te maken. Daardoor trekken zij weg uit de slechte wijken, waardoor die wijken nog slechter worden en de segregatie steeds verder gaat. Maar er bestaat nog steeds angst om het er over te hebben, ook in mijn partij de PvdA. Die bewoners vertrekken niet alleen uit de stad, er zijn ook heel veel mensen die Nederland verlaten omdat ze zich onveilig voelen. Dat is juist de middenklasse en de elite. Je ziet ook de allochtone middenklasse naar plaatsen als Almere en Hoofddorp verhuizen. Die wil je graag in je wijk houden. Daarom is het debat zo urgent.’

Apartheid

‘Op lokale schaal hebben ze in Slotervaart allochtonengetto’s laten ontstaan, is er in feite apartheid geschapen,’ stelde de oude sociaaldemocraat Wim Knol die veertig jaar lid was van de PvdA in Slotervaart en al verschillende keren aan het woord kwam in dit verhaal.

‘Dat gebeurde gewoon onder de ogen van die vorige colleges in hun eigen achtertuin. Die ontwikkeling begon inderdaad al eind jaren tachtig, begin jaren negentig van de vorige  eeuw. Ik heb eind jaren tachtig een brandbrief aan B & W van de centrale stad geschreven omdat ik constateerde dat er helemaal geen beleid bestond op dat terrein. We zagen toen al dat het de verkeerde kant opging, maar ik heb nooit antwoord gekregen op die brief. Binnen de PvdA was het jarenlang taboe om over spreidingsbeleid te spreken en dat is eigenlijk nog steeds zo.’

Taboe

‘Hoe gaat dat in zo’n flat? Er komt een allochtoon wonen, geen bezwaar. Komt er nog één, nog steeds geen punt,’ legde Knol uit. ‘Maar dan wonen er op gegeven moment vier op jouw trap en dan vertrekken die autochtone gezinnen. In hun plaats komen vervolgens alleen maar andere allochtonen. De woningcorporaties hebben dat doelbewust laten gebeuren. Dat proces is echt gestuurd. Hoe ik dat weet? Kijk maar naar Buitenveldert, op tien minuten fietsen van Slotervaart, waar mijn ouders wonen. Daar staat ook diezelfde sociale woningbouw. Dat zijn echt exact dezelfde flats. Maar dat is een vrijwel volledig blanke Hollandse buurt. Waarom woont daar vrijwel geen Marokkaan of Turk? Hoe valt dat te verklaren? Dat die concentratiewijken in Slotervaart, Osdorp en Geuzenveld zijn ontstaan komt weer door die verdomde, altijd weer politiek correcte PvdA. We mochten nooit over spreidingsbeleid lullen. Dat is op een drama uitgelopen want met het bouwen van nieuwe appartementen los je het gettoprobleem gewoon niet op. Je krijgt alleen een waterbedeffect. Hun woonsituatie wordt wel beter, maar al die andere problemen nemen ze mee.’

‘Een flink deel van de Marokkanen in Slotervaart is gewoon racistisch en haat Nederlanders’

Wim Knol behoort tot de vroegste bewoners van Slotervaart. ‘In de jaren zestig waren Slotervaart en Overtoomse Veld nog keurige Hollandse wijken waar de middenklasse woonde, de gezinnen met jonge kinderen,’ vertelde Knol. ‘Dat waren toen echt prima wijken  met nauwelijks criminaliteit. Iedereen werkte gewoon. Niemand had toen een uitkering. Slotervaart was heel lang na Oud Zuid de wijk met het hoogste gemiddelde inkomen in Amsterdam. In de flats aan de Comeniusstraat waar ik vroeger leefde woonde de middenstand. Nu zitten er vrijwel uitsluitend allochtone uitkeringstrekkers. Dat is dus het drama waar ik het over heb. Tot vijftien jaar geleden was ook Overtoomse Veld een keurige wijk, nu is het in die wijk de grootste bende van heel Slotervaart. Maar loop je vijfhonderd meter door dan zit je weer in een dure buurt met allemaal koopwoningen en een paar minuten verder zit je in bungalowwijk van Wim Kok.’  

Vertrokken

Wim Knol is zelf met zijn vriendin al jaren geleden vertrokken uit ‘zijn Slotervaart’, ook al bleef hij tot op heden nog politiek actief in Slotervaart. ‘Mijn vriendin wilde weer graag op het platteland wonen en daarom zijn we naar Lisse verhuisd. Mijn vriendin vond ook dat er veel te veel hoofddoekjes kwamen. Ze vindt niet dat alle allochtonen niet deugen, maar ze wil gewoon tussen haar eigen mensen leven en ze voelt zich niet prettig tussen allemaal moslims. Wij maken dus zelf deel uit van die grote segregatiebeweging die overal in de Randstad en de rest van Nederland plaatsvindt. Je had hier in Slotervaart vroeger een heel hecht gemeenschaps- en verenigingsleven. Deze wijk heeft decennia lang heel veel kader opgeleverd voor politieke partijen en allerlei sociaal-culturele organisaties. Dat is allemaal totaal verdwenen.’

Uitgescholden

Knol wilde ondanks alles zelf nog wel blijven wonen in Slotervaart, maar er waren toch inmiddels wel een aantal ontwikkelingen waar hij steeds meer moeite mee had. ‘Een flink deel van de Marokkanen in Slotervaart is gewoon racistisch en haat Nederlanders. Dat is toch wel erg moeilijk te pruimen vind ik. Ik hoor het ook van mijn drie kleinkinderen die er nog wel wonen en nu zo rond de twintig zijn. Als zij langs het Calvijn met Junior College fietsen, een vmbo-school die bijna voor honderd procent allochtoon is, worden ze heel vaak uitgescholden. Dat zijn echt geen kleine jongetjes hoor die dat doen. “Je kunt daar eigenlijk niet meer fietsen,’ zeggen mijn kleinkinderen,. “Je wordt gewoon van je fiets getrokken en je krijgt echt van alles naar je hoofd geslingerd. Niet alleen scheldwoorden, maar ook stokken en stenen.”‘

Zootje

De Marokkanen vinden dat je als blanke daar niets te zoeken hebt, constateerde Knol. Het is hun wijk. ‘Mijn eigen kinderen, hun ouders dus, zijn absoluut niet racistisch maar zeggen ook: “Dat is toch een zootje puin wat daar op die scholen zit.” Ik vind dat allemaal heel erg om te horen. Ik vind het vreselijk dat mijn wijk zo geworden is.’

Daarom vond Knol het ook zo tragisch dat Marcouch als bestuurder vertrok. ‘Was er eindelijk een bestuurder die dit multiculturele drama zag en probeerde er wat aan te doen, werd hij er door zijn bloedeigen partij op een smerige manier uitgewerkt. Wat hier tijdens het bewind van Marcouch is opgebouwd is nu weer langzaam in elkaar aan het donderen. Zijn opvolger Achmed Baâdoud en de rest van het bestuur van Nieuw-West hebben gewoon geen oog voor de problemen hier. Baâdoud roept: “Alle bewoners zijn voor mij gelijk.” Dat is natuurlijk de grootste flauwe kul die er bestaat. Al die etnische groepen zijn heel verschillend en de situatie waarin ze zitten is erg ongelijk. Het ergste wat je kunt doen als bestuurder is ongelijke groepen gelijk behandelen, dan blijft de ongelijkheid namelijk in stand. Dat is de sociaaldemocratie van tegenwoordig. Maar zo’n houding is wel lekker makkelijk, want dan hoef je natuurlijk ook helemaal niets te doen.’

Jan Mahmoud Beerenhout

Pensionado Jan Mahmoud Beerenhout is ook al zo’n ruim veertig jaar tegen wil en dank kritisch lid van de PvdA en bezit een bijna encyclopedische kennis over de ontwikkeling en geschiedenis van het multiculturele drama in de oude wijken. Hij is waarschijnlijk de eerste Nederlandse moslim van Nederland, ook al behoort hij tot de Ahmadiya-moslims die wereldwijd door veel islamieten als kafirs worden verketterd. Hij studeerde Arabisch en beweert de koran van kaft tot kaft te kennen, is een fan van Marcouch en in veel opzichten ook net zo’n kleurrijke buitenbeen. Hij werkte zijn leven lang voor de gemeente Amsterdam, jarenlang (onder meer) als ambtenaar bestuurscontacten in de Amsterdamse Dapperbuurt om het ‘overleg’ met buurtbewoners in dit stadsvernieuwingsgebied te organiseren.

‘Binnen de PvdA bestaat een essentieel gebrek aan belangstelling voor gewone Nederlanders. Tot op de dag van vandaag is dat zo’

Beerenhout was enkele jaren terug uitgenodigd door de huurdersvereniging Heemstedestraat in het oostelijke deel van Slotervaart. ‘In de zaal zaten allemaal PvdA-leden van mijn moeders leeftijd, die een eind in de tachtig is,’ vertelde Beerenhout. ‘In die zaal zag ik tachtig keer mijn moeder zitten. Een groot gevoel van verdriet en mededogen stroomde door mij heen. Dit is wat ik daar zag: “Deze groep zit in het nauw en wordt niet gezien.” Deze oudjes vertelden hun verhaal soms met tranen in de ogen. In het leven van deze oudjes had zich een enorm negatieve verandering voltrokken. Hun biotoop, hun wereld waar ze zich ooit veilig, gelukkig en thuis voelden, was totaal verdwenen.’

De meerderheid binnen de Amsterdamse en de landelijke PvdA heeft totaal geen oog voor deze oude groep Hollanders, constateerde Beerenhout. ‘Die ziet ze gewoon niet, die kent ze eigenlijk ook niet en als zij ze wel eens tegengekomen op een partijbijeenkomst worden ze afgeschilderd als xenofoben en racisten,’ stelde Beerenhout onomwonden. ‘Binnen die partij bestaat een essentieel gebrek aan belangstelling voor gewone Nederlanders. Tot op de dag van vandaag is dat zo. Marcouch zag de situatie van die ouderen wel en sprak er vaak met mij over.’

Lees ook alle andere hoofdstukken van ‘Ahmed Marcouch, een politieke biografie’.