Politiek

Islamsympathie: politieke correctheid van de 21e eeuw

10-09-2013 12:42

Onlangs stond in de Vonk-bijlage van de Volkskrant een mooi overzicht van hoe een dertien-in-een-dozijn social media-relletje in de nakomkommertijd uitgroeide tot een serieus item bij RTL Nieuws. Aanleiding was dit berichtje op Geen Stijl, geschreven door Annabel Nanninga, waarin een muurschildering in Amsterdam-Slotervaart met daarop een Palestijnse vlag de (quasi-)boosheid van de schrijfster wekt.

Volgens haar wordt een Arabische stenengooier afgebeeld, staat er in Arabische letters ‘Gaza’ te lezen en neemt woningbouwvereniging Eigen Haard, de opdrachtgever van de schildering, met de tekening stelling in het Israëlisch-Palestijnse conflict. Die schrikt zich een hoedje, en laat de Palestijnse vlag nog dezelfde dag overschilderen. De minirel haalt vervolgens via Het Parool en AT5 zelfs het landelijke RTL Nieuws.

Maatschappelijk onaanvaardbare toestanden

Uiteindelijk blijkt het allemaal (natuurlijk, zou je zeggen) enorm mee te vallen. De stenengooier blijkt een straatvoetballer, de Arabische letters zijn helemaal geen Arabische letters en de Palestijnse vlag had niets met het conflict in het Midden-Oosten van doen.

Toch treft Nanninga geen blaam. Zowel selectieve verontwaardiging – in het plaatselijke voetbalstadion wordt wekelijks met tientallen Israëlische vlaggen gezwaaid – als de overdrijving zijn nu eenmaal kenmerkende stijlmiddelen voor Nanninga’s en Geen Stijls oeuvre. Zelf lijkt ze de relatieve onbelangrijkheid van het door haar geagendeerde  onderwerp ook door te hebben. In een kleine follow-up schrijft ze: “En wederom lost uw Stijlloze Redactie maatschappelijk onaanvaardbare toestanden op voor u, demense.”
De ironie druipt er van af.

Draaikonterij

Wat me veel meer zorgen baart is de reactie van Eigen Haard. In plaats van deze storm in een glas water te beoordelen als een storm in een glas water, stuurde ze direct een met verfroller gewapende medewerker op de muur af. In de berichtgeving die op het Geen Stijl-bericht volgt draaikont woordvoerder Wim de Waard om de hete brei heen. Eerst zou de Palestijnse vlag nooit onderdeel zijn geweest van het kunstwerk (wat volgens de kunstenaars onzin is), dan zou de woningbouwvereniging een ontwerp van het kunstwerk zonder vlag gezien hebben (wat volgens de kunstenaars ook onzin is) en tenslotte noemt hij de berichtgeving op Geen Stijl een ‘wake-up call’.

voor

Verstikkend

Het gedraai van Eigen Haard om maar niet van sympathie met Palestina beticht te kunnen worden doet me denken aan begin deze eeuw. Toen ontplofte het Nederlandse publieke debat omdat critici van de multiculturele samenleving met verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog en verwijten van racisme de mond gesnoerd werden. Een publiek domein waarbinnen rationele discussies gevoerd worden, gevrijwaard van beïnvloeding door andere machten (in het kort het publieke ideaal van Habermas), werd hierdoor onmogelijk gemaakt. Met andere woorden: de politiek-correcte retoriek werd als verstikkend ervaren. (Voor een voorbeeld van deze denkrichting raad ik u de aflevering van Zomergasten met Hans Teeuwen aan.)

Politieke correctheid van de 21e eeuw

Hierin hadden zij gelijk. Echter, in plaats van het publieke domein te vrijwaarden van verdomhoekjes, lijken we een nieuwe te hebben geschapen. Nu islamkritiek niet langer met een Tweede Wereldoorlog-argument de mond gesnoerd wordt, is een verdenking van sympathie met of begrip voor moslims voor veel mensen juist weer verdacht. We zagen het bij de rel rond de hoofddoek van koningin Beatrix tijdens haar bezoek aan een moskee in Oman, we zagen het bij de boosheid om de in Turks en Arabisch gestelde verkiezingsposters van de PvdA en we zien het nu dus weer bij het spasme van Eigen Haard. Telkens relletjes die in wezen nergens om gaan, maar omdat ze alleen al lijken te raken aan islamsympathie ineens enorm beladen worden.

Dat is geen verruiming van het publieke domein, dat is politieke correctheid van de 21e eeuw. Ook de zelfverklaarde strijders van het vrije woord zouden dat zorgelijk moeten vinden.

na

Foto’s: Thomas Schlijper