Politiek

Het Calimero-complex van de SP

04-10-2012 09:31

Het leek zo mooi. Eindelijk zou de SP aan de beurt komen. Na jaren in de oppositie, na zoveel zinloze demonstraties. Helaas. Verkiezingsdag kwam en een Paarse olifant blies het rode sprookje aan gort. Aangezien DeJaap de teloorgang van GroenLinks al uitgebreid documenteerde en het stof van de verkiezingen inmiddels enigszins neergedwarreld is, wordt het tijd om ook eens iets over de rol van de Socialistische Partij te gaan zeggen. Wat nu volgt is een opiniestuk en vriendelijk voor de SP wordt het niet. In het kader van de kwetswijzer bent u bij deze gewaarschuwd: socialisten lezen verder op eigen risico.

Muisstil
Teleurgesteld, dat waren ze zeker. Nadat de NOS eerst een feestende VVD-zaal en vervolgens een hossende PvdA-zaal in beeld bracht op verkiezingsavond, daar was het muisstil toen de regie overschakelde naar Het Paard van Troje, alwaar de SP te horen kreeg 0 (nul) zetels gewonnen te hebben. De verzamelende Kamerfractie en aanhang was vertwijfeld, want hoe had dit nou kunnen gebeuren? Van 37 (ZEVENENDERTIG) zetels in de peilingen (ja, Maurice de Hond is een faalaap, mooi excuus altijd) naar 15 – later kwam daar nog een troostzetel bij.

Hoe? Was het een tijdelijke manie onder het Nederlandse volk, dat daarna weer bij zinnen kwam? Misschien. Was het “de tweestrijd tussen Samsom en Rutte” die de SP zetels kostte? Volgens Tjitske Siderius (nummer 18 op de lijst, helaas pindakaas) wel, maar waarom dan? Want als het klopt dat de kiezer de PvdA inderdaad als serieus alternatief voor de VVD ging zien, als dat inderdaad de tweestrijd werd, hoe kon dat dan gebeuren? Waarom heeft de PvdA wel een momentum weten te creëren, maar de SP (nogmaals, 37 zetels in de peilingen, dan ben je toch een geduchte concurrent aan het worden) niet?

Roemer
Aan Emile Roemer lag het in ieder geval niet, aldus Jan Marijnissen. Roemer dacht daar evenwel zelf toch iets anders over. Uiteraard was het bovenal de schuld van de PvdA (“een mes in de rug”), maar Roemer stak ook de hand in eigen boezem: wellicht had hij eerder de verwerpelijke tactieken van de PvdA moeten en kunnen doorzien. “Emile was niet in topvorm”, voegt partijsecretaris Hans van Heijningen Roemer toe, terwijl Roemer zelf meent dat de peilingen hem “verlamden”. Daarnaast was de partij “te regeringsgeil” (who writes this shit?), “PvdA-light”, te veel “sociaal-democratisch”. Roemer had juist niet minder maar meer anti-Europa moeten zijn, Marijnissen had diens uitspraak over Brusselse boetes niet af moeten zwakken maar kracht bij moeten zetten. Met gestrekt been er in, in plaats van gematigde waardigheid.

Aan het eigen gedachtegoed ligt het niet, daar zijn ze bij de SP nog steeds heilig van overtuigd; daarvoor mag, nee moet, je ook de barricaden op. Daar ging het dan ook, aldus de SP zelf, mis: de campagne was niet radicaal genoeg. De partij had niet meer naar het midden moeten trekken maar juist meer naar de flanken, dan was de kiezer vanzelf wel op het rumoer afgekomen. Het “straatvechten” ontbrak, en dat terwijl Roemer toch niet de zachtaardigste was tijdens de televisiedebatten.

Eigen parochie

Dit soort zelfreflectie is tekenend voor een partij die al jaren voor eigen parochie preekt en daar maar niet uit weet te komen. Waarom zou het electoraat na zeker twintig jaar middenmoot en een recent uitstapje naar Xenofobië nu ineens vol naar links trekken, wanneer die linkerkant de eigen boodschap maar puur en hard genoeg verkondigt? Het zijn wat dat betreft net christenen: het volk heeft het ware woord nog niet duidelijk genoeg gehoord, maar eens komt de dag van de omwenteling (ja, Marx zijn ze ook nog niet vergeten). Met de economische crisis leek die dag aangebroken: eindelijk zou het Nederlandse volk de juistheid van “niet meer bezuinigen” in gaan zien, van “eerlijk zullen we alles delen”, van “halen waar het te halen valt”.

Roerige tijden
Dat viel in de praktijk even vies tegen, en wel hierom: het geschreeuw van Roemer mag dan wat de SP zelf betreft niet hard genoeg geweest zijn, het leverde bepaald geen waardig beeld op tijdens bijvoorbeeld de televisiedebatten. Daar stond, om het even simpel te zeggen, geen minister-president, en dan hebben we het nog niet over wat zich verder op de lijst van de SP begeeft (Harry van Bommel anyone?). Daarnaast heeft de SP de domme pech geen regeerervaring te hebben. Niet dat regeerervaring de LPF of de PVV wel heeft kunnen redden, maar in roerige tijden komt het electoraat toch uit bij de bekende bestuurspartijen, en die liggen vrijwel allemaal in het midden of niet ver daar vandaan.

Dat het CDA desalniettemin hard onderuit ging was een kwestie van een tamelijk ongelukkige samenloop van omstandigheden geweest; het moest echter wel heel raar lopen wilde het zetelverlies van het CDA daadwerkelijk voor een winst op de flanken zorgen. Die zetels gingen linea recta naar de PvdA en de VVD, omdat in tegenstelling tot Roemer Samsom en Rutte wel de dignitas en gravitas van een mogelijke premier hebben, en stabiele en ervaren partijen achter zich om een ministerraad mee te kunnen vullen.

‘We run this country’
Hans Wiegel zei nog voor de verkiezingen dat een samenwerking tussen de SP en de VVD heel wel mogelijk was, want dat kon in Brabant immers op kleinere schaal ook. Dat zal best, maar het runnen van een provincie of gemeente is bepaald niet hetzelfde als het besturen van een land; daar stelt de kiezer toch echt andere eisen aan het soort persoon dat met die taak belast mag worden. Het is daarom geen toeval dat zowel de premier als de voorzitters van beide Kamers momenteel van VVD-huize komen (zoals Sywert van Lienden het stelde, “we run this country”): die hebben zich als stabiel, kundig, capabel, kortom bestuurswaardig bewezen in de ogen van de kiezer.

Roemer I

Tiny Kox (fractievoorzitter Eerste Kamer, SP) stelde daags na de verkiezingen nog dat er “heus” geen coalitie van VVD en PvdA ging komen, en dat de SP in de regering zou komen. Het lijkt er op dat die uitspraak ietwat prematuur was, maar ja, wat moet je anders zeggen na een dergelijke oorwassing. Tijdens een evaluatie van de verkiezingen in Amersfoort zei iemand anders: “Ik ga er vooralsnog vanuit dat het eerste Kabinet-Roemer er nog wel komt.”

Die kans lijkt me bijzonder klein, zolang de SP zich in de rol van straatvechter, van underdog blijft plaatsen. Het is goed dat het socialistische gedachtegoed ook een spreekbuis heeft in het parlement, dat zeker. Maar net als de Partij voor de Dieren is de SP te veel een nichepartij, en zo groot is die niche in het hedendaagse Nederland niet meer; daarmee identificeren is tevens allang niet meer aantrekkelijk. Nee, wil dat Kabinet-Roemer I er echt komen, dan zal de SP eerst af moeten van het imago van vechten tegen de bierkaai, van “zij zijn groot en wij zijn klein en dat is niet …”