Weten & Tech

Antiracisme campagnes missen hun doel

03-10-2009 14:22

Racisme is slecht. Dat weet iedereen. Het is net als met het milieu: je hoort nooit iemand zeggen dat hij daar tegen is. Toch wordt er veel geld gestoken in campagnes om racisme te bestrijden. Racisme bestaat namelijk wel, net als milieuonvriendelijke mensen. Het idee achter zulke campagnes is dat mensen met verkeerde ideeën anders zullen gaan denken als ze maar de juiste boodschap horen. De juiste boodschap is dat racisme slecht is. Maar wacht, dat wisten we toch al?

Deze maand promoveerde communicatiewetenschapper Floris Müller op zijn onderzoek naar de rol van campagnes in het bestrijden van racisme. Müller onderzocht zes campagnes: ‘Stand up, speak up’ (Nike), ‘We are Londoners, we are one’ (gemeente Londen) , ‘Wat doe voor de stad’, Westside, ‘WK Amsterdam’ en ‘Wij Amsterdammers’ (allen gemeente Amsterdam).

Er zijn verschillende opvattingen van antiracisme. Enerzijds is er de klassieke strijd voor gelijkheid, anderzijds is er de meer multiculturalistische strijd voor het recht om verschillend te zijn. Müller stelt voor deze opvattingen te verenigen. Antiracisme-campagnes zouden twee doelen moeten dienen: er moet een ideaal van gelijkheid gepropageerd worden (‘Turken zijn gelijk aan Nederlanders’), terwijl tegelijkertijd de verschillen tussen leden van eenzelfde groep  moeten worden benadrukt (‘niet alle Turken zijn hetzelfde’). De onderzochte campagnes variëren in hun antiracistische boodschap. ‘Stand up, speak up’ heeft de klassieke boodschap: voetballers roepen in deze campagne op tot bestrijding van racisme: ‘We need your voices to drown out the racists. Whenever you hear them, say no’. De soap Westside heeft een meer indirecte en multiculturalistische boodschap. Verschillende etniciteiten worden zo  verbeeld dat verschillen én overeenkomsten tussen groepen getoond worden.

Kloof

Er bestaat een kloof tussen uitkomen voor racistische opvattingen en het hebben van deze opvattingen. Een dergelijke kloof is lastig te onderzoeken. Müller heeft daarom gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden, van participerende observatie op het WK Amsterdam tot een experiment over Westside. Zijn resultaten laten zien hoe de campagnes hun doel missen. De meeste mensen halen uit een campagne wat ze zelf al wisten: racisme is het opzettelijk uitsluiten van etnische minderheden en dit is slecht. De campagnes leiden echter niet tot het in twijfel trekken van eigen, mogelijk racistische opvattingen.

Aanpak

Müller doet een aantal concrete aanbevelingen om de effectiviteit van antiracistische campagnes te vergroten. Campagnes die common sense opvattingen van racisme bestrijden zetten meer zoden aan de dijk dan campagnes die deze bevestigen. De gangbare opvatting van racisme is volgens Müller te nauw, waardoor racistische mensen zichzelf niet als racist zien. Racisme is voor Müller ook het essentialiseren van groepen, dat wil zeggen het toeschrijven van één eigenschap aan een gehele groep (‘alle negers kunnen goed dansen’). Daarnaast werken campagnes die expliciet een insluitende gemeenschap promoten niet. ‘Wat doe jij voor de stad?’ is een voorbeeld van zo’n insluitende boodschap. Het publiek reageerde echter zeer afwijzend op deze campagne, omdat het beeld van gezellig vrijwilligerende, multi-etnische burgers niet overeenkwam met hun eigen ervaringen in de stad. Campagnes mogen dus niet blind zijn voor bestaande ongelijkheid en problemen. Tot slot moeten campagnes die gericht zijn op het bevorderen van intercultureel contact, zoals het WK Amsterdam, meer doen dan alleen mensen met elkaar laten praten. Organisatoren van zulke evenementen, maar bijvoorbeeld ook scholen en buurthuizen, moeten een context bieden waarin mensen hun ervaringen kwijt kunnen en waar ruimte is om dilemma’s te bespreken. Want racisme is slecht.

Communicating anti-racism van Floris Müller is – net als alle andere proefschriften van de Universiteit van Amsterdam – online beschikbaar.

Linda Duits is als Universitair Docent verbonden aan de afdeling Communicatiewetenschap van de UvA.